Buitenland

Syrische conflict waaiert uit naar Turkije

DAMASCUS – De beelden uit de Syrische steden Homs en Aleppo van in puin geschoten huizen en uitgebrande auto’s spreken voor zich en illustreren de vernietiging van een zichtbare infrastructuur. Minder zichtbaar (maar minstens zo ernstig) is de geleidelijke desintegratie van de menselijke infrastructuur die wordt aangeduid als de „samenleving.”

Martin Janssen
13 August 2012 12:26Gewijzigd op 14 November 2020 22:37
Foto EPA
Foto EPA

Het Syrische maatschappelijke weefsel lijkt te worden ontrafeld waarbij allerlei bevolkingsgroepen zich plotseling weer primair gaan identificeren op basis van hun religieuze en etnische wortels. Een proces dat altijd een tijdbom vormt onder multiconfessionele en etnische staten en dat tot vaak bloedige burgeroorlogen kan leiden.

Dit gegeven maakt de alsmaar voortzinderende burgeroorlog in Syrië zo gevaarlijk voor de buurlanden waar –verscholen onder een voor het oog rimpelloze oppervlakte– dezelfde maatschappelijke divisies leven die door het geweld in Syrië weer zijn ontwaakt. Dit wordt momenteel ook in Turkije steeds duidelijker.

Het eerste conflict concentreert zich rond de oude Turks-Koerdische controverse en is daarmee etnisch van aard. Na decennia van bloedvergieten besloten beide partijen in dit conflict enkele jaren geleden dat de oplossing slechts politiek van karakter kon zijn en dit besef bracht de wapens in elke geval tijdelijk tot zwijgen. Het Koerdische probleem werd hiermee echter niet opgelost en de Syrische burgeroorlog lijkt niet alleen de PKK maar álle Koerden te hebben geactiveerd. In het zuidoosten van Turkije woedt in de provincie Hakkari een hevige strijd tussen de Koerdische PKK en het Turkse leger. Informatie hierover is schaars, omdat journalisten de toegang tot het gebied wordt ontzegd.

Dat er iets ernstigs aan de hand is, blijkt uit de lengte en duur van de gevechten in deze provincie. In het verleden namen acties van het Turkse leger tegen de PKK altijd enkele uren of dagen in beslag, geen weken.

Gedemoraliseerd

Er wordt wel gesuggereerd dat het Turkse leger ernstig gedemoraliseerd is door de jarenlange campagne van de regerende AK-regering tegen het leger en door de arrestatie van tientallen officieren en generaals in het kader van het zogenaamde Ergenekon-schandaal.

Deskundigen denken echter dat de duur van de strijd vooral ook te maken heeft met een veranderde tactiek van de PKK, die zich gesterkt voelt door de ontwikkelingen in Syrië. In het noorden van Syrië lijkt de PKK belangrijke grensgebieden met Turkije te controleren en de Turkse autoriteiten beschuldigen het regime in Damascus ervan de Koerdische partij momenteel te bewapenen. Er circuleren berichten dat de PKK in de Turkse provincie Hakkari overal controleposten heeft opgericht en toegangswegen controleert.

De Turkse AK-partij van premier Erdogan koos in een vroeg stadium van het Syrische conflict de zijde van de Syrische 
oppositie en bood zowel onderdak aan de Syrische Nationale Raad als aan de gewapende Syrische oppositie. De Turkse premier stelde herhaaldelijk 
dat de dagen van de Syrische president Assad geteld waren 
en hoopte met zijn positie­bepaling in een later stadium hiervan de politieke vruchten te plukken.

Er zijn steeds meer indicaties dat Turkije deze vruchten inderdaad zal plukken, maar dat deze heel anders zullen zijn dan verwacht. Het opnieuw oplaaien van het geweld in de Koerdische provincies van Turkije is slechts één van deze vruchten.

De agressieve politiek van de Turkse AK-partij richting Syrië werd binnenlands voortdurend bekritiseerd door de Republikeinse Volkspartij CHP, die de grootste oppositiepartij vormt. De CHP wordt geleid door Kemal Kiliçdaroglu, die zelf behoort tot de Turkse Alevis. Deze groep vormt zo’n 20 procent van de Turkse bevolking en is historisch niet verwant aan de alevitische minderheid in Syrië. Premier Erdogan heeft Kemal Kiliçdaroglu er echter van beschuldigd de Syrische president te verdedigen „omdat deze van hetzelfde geloof is.”

Enkele dagen geleden werden in de plaats Liwa Iskandarun, gelegen in de Turkse provincie Antakya, door de plaatselijke overwegend alevitische bevolking vijf soennitische radicalen gearresteerd, die ervan werden verdacht aanslagen te willen plegen. De plaatselijke autoriteiten konden slechts met moeite voorkomen dat de vijf arrestanten door de lokale bevolking gelyncht werden. De volgende dag vond er in het dorp een grote demonstratie plaats waarin demonstranten hun steun betuigden aan de Syrische president.

De burgeroorlog in Syrië heeft in toenemende mate het karakter gekregen van een sektarische strijd tussen soennieten en alevieten. Turkije loopt het risico deze strijd te importeren naar eigen grondgebied.

De Turkse premier Erdogan maakt echter de indruk dit gevaar niet voldoende te onderkennen. Zijn uitspraak enkele dagen geleden dat hij „eraan twijfelt of de Syrische president wel een moslim is”, heeft de Turkse Alevis in elk geval nog bozer gemaakt.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer