De minister sprak zich eerder ook al uit tegen mogelijke nieuwe bezuinigingen, onder meer in vergaderingen met de Tweede Kamer. Maar nu in sommige partijprogramma’s staat dat na de verkiezingen het mes in de organisatie kan worden gezet, neemt zijn bezorgdheid verder toe. Nederland moet een duidelijke waarschuwing krijgen dat de veiligheid in het geding is, vindt Hillen.

De minister maakt zich ook zorgen, omdat de laatste bezuinigingsronde nog gaande is. Het kabinet-Rutte besloot dat Defensie 1 miljard euro moest inleveren. „Dat proces zou 4 jaar duren. We zijn nu halverwege. Er is een aantal politieke partijen dat doet alsof we nu al een nieuwe slag kunnen slaan, maar dat is niet zo”, aldus Hillen. Hij vond de vorige bezuinigingen ook al „veel te veel”.

Hillen ziet liever dat wordt gesneden op punten waar het budget wordt overschreden, zoals de zorg. „We dreigen de overheidsdienstverlening steeds moeilijker te maken, omdat we onvoldoende maatregelen nemen op andere punten.” Ook wil de bewindsman dat de uitgaven voor politie en Defensie in balans komen. „De laatste jaren komt er meer budget voor binnenlandse veiligheid en wordt er steeds bezuinigd op externe veiligheid”, stelt hij.

De minister zei eerder al dat Defensie „piept en kraakt” door de huidige reorganisatie. Er verdwijnen 12.000 banen.

Om kosten te besparen wil Hillen meer gaan samenwerken met de landen om ons heen. Zo is er met België en Luxemburg een overeenkomst om meer samen te trainen en om elkaars vliegvelden te gaan gebruiken. Ook zou samen met Noorwegen en Denemarken één luchtruim kunnen worden gevormd, zodat dit gezamenlijk kan worden gecontroleerd. Met Groot-Brittannië, Duitsland, Polen en de Baltische landen kan volgens de minister tevens worden samengewerkt.