De toonaangevende Dow-Jonesindex steeg 0,4 procent tot 13.168,37 punten. De breder samengestelde S&P 500 ging 0,5 procent omhoog tot 1401,34 punten. Het is de eerste keer sinds 3 mei dat die graadmeter boven de 1400 punten staat. De technologie-index Nasdaq klom 0,9 procent tot 3015,86 punten.

Ondanks de perikelen rond de van oorsprong Britse bank Standard Chartered die in de Verenigde Staten verdacht wordt van illegale handelsbetrekkingen met Iran, lagen financiële waarden lagen goed in de markt. JPMorgan Chase behoorde tot de sterkste stijgers in de Dow met een winst van 2 procent.

Technologiebedrijf Cisco Systems behoorde opnieuw tot de grote winnaars met een plus van 2,7 procent. Ook grote industriële concerns, zoals United Technologies, vliegtuigbouwer Boeing en aluminiumproducent Alcoa boekten koerswinsten van 1,2 procent of meer.

Onderin de Dow bungelden vooral defensieve fondsen, die vooral gewild zijn als beleggers het somber inzien. Zo stonden detailhandelaar Wal-Mart, frisdankmaker Coca-Cola, telefoniebedrijf AT&T en hamburgerketen McDonalds op licht verlies. Ook de farmaceuten Pfizer, Johnson & Johnson en Merck deden een stap terug.

De euro noteerde 1,2405 dollar, tegen 1,2420 dollar aan het einde van de beurshandel in Europa. De olieprijzen stegen verder door onder meer hoop op stimulering van de economie en daarmee de vraag naar grondstoffen. Een vat Amerikaanse olie werd 1,4 procent duurder en kostte 93,47 dollar. De prijs van Brentolie steeg 2,1 procent tot 111,89 dollar per vat.