De rouwdienst, die vanwege het grote aantal belangstellenden plaatsvond in de hervormde kerk, werd geleid door de hersteld hervormde emeritus predikant ds. C. Oorschot, die meer dan veertig jaar een huisvriend van de overledene was. De tekst voor de meditatie was Johannes 14:6: „Jezus zeide tot hem: Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot de Vader, dan door Mij.”

Ds. Oorschot zei over de overledene: „Hij had maar één bedoeling, en dat was goed spreken van zijn Zaligmaker. Daarom waren de ”Ik ben”-teksten belangrijk voor hem.” Verder gaf hij aan dat ds. Boer zelf de tekst voor de overdenking gekozen had, „opdat wij niet zouden treuren als degenen die geen hoop hebben.”

Na de dienst maakten de aanwezigen te voet de tocht naar de plaatselijke algemene begraafplaats. Daar sprak ds. Oorschot over Psalm 68:20 en 21: „Geloofd zij de Heere; dag bij dag overlaadt Hij ons. Die God is onze zaligheid. Sela. Die God is ons een God van volkomen zaligheid; en bij de Heere, de Heere, zijn uitkomsten tegen de dood.”

Ds. Oorschot zei hierover: „Jezus is opgevaren in de hoogte. Hij is opgevaren naar de hemel. Hij heeft de gevangenis gevangengenomen. Zelfs het graf.” De predikant benadrukte dat het de wens van de overledene zou zijn geweest om bij de begrafenis niet over hemzelf te spreken, maar om goed van de Heere te spreken. „Die lof van God, die mag onze broeder nu zingen. En we zijn jaloers op Hem.”

Daarna sprak ds. Oorschot de apostolische geloofsbelijdenis uit en zongen de aanwezigen Psalm 68:10: „Geloof zij God met diepst ontzag…”

Vervolgens sprak een zoon van de overledene een dankwoord. In de kerk werd de plechtigheid afgesloten met Schriftlezing en gebed.

Ds. Boer diende achtereenvolgens de gemeenten van Gameren (1978) en Sirjansland (1983). Daarvoor was hij als hulpprediker verbonden aan de gemeente van Ouderkerk aan den IJssel.