Royaltykenner Conradi: Oudere vorst moet opvolger ruimte bieden
Het grootste gevaar voor Europese vorstenhuizen is een sluipende onverschilligheid van mensen tegenover de monarchie. Die conclusie trekt Peter Conradi in zijn boek ”De royals van Europa”.
Als burgers zich gaan afvragen of zij hun koning of koningin wel moeten behouden, zeker nu deze grotendeel slechts een ceremoniële rol vervullen, is de stap naar een republiek snel gezet. Regerende vorsten staan daarom voor een grote uitdaging en moeten het belang van hun troon uitdragen, stelt de Britse schrijver en royaltykenner.
Het voordeel is dat de huidige Europese koningen en koninginnen kunnen bouwen op „een enorme hoeveelheid goodwill, die deels verkregen is door het goede gedrag van de huidige staatshoofden, maar deels voortkomt uit de aard van de monarchie zelf. Een koning of koningin verzekert de natie van een gevoel van bestendigheid en continuïteit, waar een president die er slechts vier of vijf jaar zit, niet voor kan zorgen.”
Belangrijk is dat de vorstenhuizen een zekere flexibiliteit vertonen en met hun tijd weten mee te gaan, benadrukt Conradi. Welke monarchieën overleefden in de achterliggende eeuw? Die tronen waar de vorsten meebewogen naar een constitutionele monarchie.
De karakters van de vorsten zelf en hun opstelling in tijden van crises –zoals de Tweede Wereldoorlog– zijn ook belangrijke factoren van succes gebleken.
Het feit dat ook de troonopvolgers –soms na roerige jaren– allemaal gesetteld zijn en gezinnen hebben gekregen, heeft het aanzien van de vorstenhuizen zeker goedgedaan, concludeert Conradi na een uitgebreide rondgang langs de Europese hoven. Voor de kroonprinsen en -prinsessen is het „belangrijk dat zij laten zien dat zij in staat zijn om de rol te vervullen die zij vermoedelijk op een dag op zich zullen nemen.”
Tegelijkertijd moeten ze van hun regerende vader of moeder ruimte krijgen. Conradi pleit in dat verband voor troonsafstand. „Koningin Juliana en voor haar koningin Wilhelmina deden dat en hebben daarmee de monarchie in Nederland eerder versterkt dan verzwakt, terwijl ze zelf van een zeer eerbaar koninklijk pensioen zijn gaan genieten.” „Het is tijd voor de Europese vorsten om een dergelijke gang van zaken te gaan overwegen. (…) Wat –op het ontbreken van historische precedenten na– weerhoudt hen ervan?” schrijft de auteur in het boek, dat relatief veel aandacht besteedt aan de zwarte bladzijden en huwelijksperikelen in de koninklijke families van Europa.
”De royals van Europa. Achter de schermen van de tien Europese koningshuizen”, Peter Conradi; uitg. Meulenhoff, Amsterdam, 2012; ISBN 9789029088343; 464 blz.; € 22,50.
Citaten
Conradi schrijft veel interessants over de Europese monarchieën. Een aantal sprekende citaten:
„De Britse monarchie is de invloedrijkste in Europa, maar niet de oudste. Die eer valt de Deense tegenhanger te beurt. Het Deense staatshoofd kan haar stamboon meer dan duizend jaar terugleiden, tot aan de Vikingkoningen.”
„De meeste landen in Europa hebben in de laatste paar eeuwen de overstap gemaakt van monarchie naar republiek. Nederland is in dat opzicht uniek: het is in tegengestelde richting gegaan; pas in de negentiende eeuw werd het land onder koning Willem een monarchie. Maar zijn dynastie van Oranje-Nassau heeft al sinds de familie zich er in 1400 vanuit Duitsland vestigde, haar invloed doen gelden.”
„Naarmate de rol van gekroonde staatshoofden kleiner werd, gold dat gelukkig ook voor het aantal moordaanslagen (op hen).”
„Tegenwoordig zou geen enkele vorst zijn leger aanvoeren in de strijd; de meesten van hen zouden niet weten hoe.”
„De tegenwoordige Europese vorst vertoont veel overeenkomsten met een rijksambtenaar: in ruil voor diensten die beschreven staan, krijgt hij of zij elk jaar een vast bedrag uit de staatskas.”
„In de tijd vóór de massamedia, toen de overgrote meerderheid van het volk hun heerser alleen maar zag op een munt, een sokkel of soms op een schilderij, was het allemaal veel gemakkelijker.”