Tegenvaller bij garanties voor mkb
AMSTERDAM – De overheid lijdt voor het eerst grote verliezen op kredietgaranties voor het midden- en kleinbedrijf (mkb).
De staat moet in vier jaar tijd circa 200 miljoen euro aan verliezen op bankkredieten bijpassen, meldde Het Financieele Dagblad (FD) vandaag.
De zogenoemde Borgstellingsregeling MKB (BMKB) compenseert banken voor een deel van hun verliezen op leningen aan mkb-bedrijven. Het moet dan gaan om kredieten aan bedrijven die „bevredigende perspectieven” hebben, maar hun bank te weinig zekerheid kunnen bieden.
De verliezen lopen zo snel op dat het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) op Prinsjesdag de raming van de kosten voor de tweede keer dit jaar zal moeten verhogen. Op dit moment zou ruim 10 procent van de deelnemende bedrijven in de regeling geen rente of aflossing meer betalen.
Sinds het begin van de crisis zijn de verliezen op de kredietgaranties aan mkb-bedrijven gestegen van 3,5 miljoen tot 40,9 miljoen euro in 2011.
Minister Verhagen hield voor dit jaar rekening met een gat van 73 miljoen euro, maar stelde onlangs dit cijfer in de Miljoenennota te willen actualiseren. Verwacht wordt dat hij dan een groter verlies voorspelt. Daarmee loopt het totale verlies van de regeling sinds 2008 op tot minstens 200 miljoen euro.
De laatste keer dat de overheid grotere bedragen aan banken moest betalen voor kredietgaranties was in 1993 (21,6 miljoen euro) en 1994 (19,4 miljoen). In het FD noemt een woordvoerder van EL&I het „normaal” dat het schadebedrag oploopt. „Dit past in de opzet.”
Hij wijst erop dat de economie in zwaar weer is gekomen en dat de regeling steeds meer wordt gebruikt nadat het budget in 2009 werd verhoogd. De omvang van de verstrekte garanties is gestegen van 601 miljoen euro in 2008 tot 909 miljoen vorig jaar.
Er staat op dit moment nog voor zo’n 2,5 miljard euro aan garanties uit. Dit jaar wordt voor circa 1 miljard euro aan nieuwe garanties afgegeven.