Geen subsidie voor Orgelfestival Haarlem
DEN HAAG – De Nederlandse culturele sector staat een flinke aderlating te wachten. Liefst 70 culturele instellingen raken de komende 4 jaar hun subsidie kwijt. Zo krijgt het Internationaal Orgelfestival Haarlem geen subsidie van het Fonds Podiumkunsten.
Dat maakte het Fonds Podiumkunsten vandaag bekend bij de toekenning van de subsidies voor 2013 tot en met 2016 voor instellingen op het gebied van muziek, theater, dans, muziektheater en festivals.
Het Internationaal Orgelfestival Haarlem vroeg een toeslag om in het jubileumjaar 2014 vier compositieopdrachten te verstrekken die het repertoire voor en rond het orgel vernieuwen. De adviescommissie oordeelde positief over het orgelfestival en adviseerde de aanvraag van Haarlem alleen te honoreren indien het budget dat toelaat. Dit bleek niet het geval, dus staat er een nul onder het kopje ”toekennen”.
De komende periode krijgen 80 instellingen subsidie van het Fonds Podiumkunsten. De huidige vierjarige periode zijn dat er nog 118. Van die bestaande instellingen krijgen slechts 48 opnieuw geld. Er zijn 17 nieuwelingen; 15 gehonoreerde instellingen werden eerder direct door het ministerie van OCW gefinancierd.
Enkele voorbeelden. Een muziekgezelschap als het Nieuw Ensemble kreeg een positief advies, maar kon vanwege ontoereikend budget niet gehonoreerd worden. Het Matangi strijkkwartet, het Egidius Kwartet en Camerata Trajectina kregen nul op het rekest, de Nederlandse Bachvereniging en het Festival Oude Muziek moeten met minder euro’s genoegen nemen, terwijl de aanvragen van Cappella Amsterdam en het Nederlands Kamerkoor zijn gehonoreerd.
Het budget van het Fonds Podiumkunsten is door de bezuinigingen van het kabinet geslonken van bijna 40 miljoen euro naar 24,5 miljoen euro. „De schade is immens groot”, aldus voorzitter George Lawson van het Fonds Podiumkunsten. „Dat 60 procent van de instellingen zijn subsidie verliest, is behoorlijk heftig. Het merendeel wacht een onzekere toekomst.” Op basis van de beoordelingen zouden bijna twee keer zoveel instellingen voor subsidie in aanmerking komen. Tegelijk gelooft Lawson wel in „de veerkracht van de podiumsector”.
Behalve bij het Fonds Podiumkunsten kunnen culturele instellingen ook subsidies aanvragen bij het Rijk en lokale overheden.