Stuw Hagestein houdt rivier bevaarbaar

HAGESTEIN – Soms zijn de bogen vanaf de A27 te zien, maar meestal springen alleen drie pijlers in het oog. De stuw bij Hagestein zorgt er het grootste deel van het jaar voor dat de rivier bevaarbaar blijft en schepen niet vastlopen.

1 August 2012 16:00Gewijzigd op 14 November 2020 22:27
Het complex bij Hagestein. Foto Dick Vos.
Het complex bij Hagestein. Foto Dick Vos.

Vanaf de rijksweg maakt het sluis- en stuwcomplex in de Lek bij Hagestein de nodige indruk. Dicht bij al die tonnen staal en cement voelt een mens zich helemaal nietig.

De twee bogen van elk 
45 meter breed liggen vandaag in het water. Aan het schuim op het water benedenstrooms te zien, zijn ze niet helemaal gesloten. Via zogeheten vizierkleppen in de stuwen regelt de sluismeester de beoogde waterstand boven- en benedenstrooms. „Hij kan hiervoor ook een stuwboog iets trekken”, legt Jaap Paauwe, adviseur verkeersmanagement bij Rijkswaterstaat, uit. „De ruimte tussen de onderkant van de boog en de drempel moet minimaal 25 centimeter zijn om te grote krachten op de stuw te voorkomen. Er stroomt dan circa 800 kuub water per seconde door de opening.” Paauwe is niet bang dat het bij gesloten stuwbogen buigen of barsten wordt. „Dit complex werd in 1958 zeker drie keer sterker gebouwd dan nodig is.”

Hagestein vormt een drieluik met soortgelijke complexen in Driel en Amerongen. Driel bepaalt de waterverdeling tussen de Rijn en de IJssel en garandeert zo een deel van de drinkwatervoorziening in het noorden.

Driel en met name Amerongen en Hagestein houden via stuwen de rivier op de gewenste vaardiepte van minimaal 2,80 meter. Om dit te garanderen, zijn de stuwbogen het grootste deel van het jaar naar beneden. „Gemiddeld staat Driel tien keer boven water, Amerongen en Hagestein vijf keer”, aldus Paauwe. „Begin dit jaar zijn de stuwen getrokken om beschadiging aan dijken door ijsgang te voorkomen. Uiteindelijk konden schepen niet meer varen omdat het peil bij Amerongen bijvoorbeeld nog zo’n 85 centimeter bedroeg. Er waren plekken waar een niveauverschil van wel 4 meter optrad.”

Lobith blijkt een belangrijk ijkpunt. „Bij 10 meter boven NAP gaat Driel omhoog en bij een peil van 11,40 meter volgen Amerongen en Hagestein. We kunnen de waterstand in de Rijn bij Lobith twee dagen van tevoren vrij nauwkeurig voorspellen.”

Het neerlaten of omhooghalen van een stuwboog is een kwestie van de lange adem. Volgens Paauwe kan het in 2,5 uur. „Dit is echter niet raadzaam, omdat hierdoor golfbewegingen ontstaan, die schepen kunnen beschadigen. Normaal gesproken reserveren we 24 uur voor het neerlaten of trekken. Elektromotoren van slechts 
3 pk, vier per schuif, bedienen de kabeltrommels boven in de pijlers. Deze trommels die de kabels opwinden, draaien dus heel wat rondjes voordat een stuwboog een millimeter omhoogkomt.”

Er passeren overigens niet alleen schepen in Hagestein. Talrijke vissen die de rivier optrekken om te paaien, zoals zalm en zeeprik, maken dankbaar gebruik van de in 2004 aangelegde vistrap.

Het in de gaten houden van het waterpeil rond het complex en het bedienen van de stuwen en de sluis vallen onder verantwoordelijkheid van de sluismeester. In de beginjaren liepen er in Hagestein twaalf mensen rond om alles in goede banen te leiden. Tegenwoordig zit de sluismeester er in zijn uppie.

Vandaag werkt Diny Visser­man. Ze voelt zich niet eenzaam in de controle­kamer. „Er gebeurt hier van alles en regelmatig komt een aannemer langs of is er een vergadering.” De sluismeester heeft vanuit haar hooggelegen post een prachtig uitzicht op water, groen en wolkenpartijen. Ze moet echter ook regelmatig kijken naar de talrijke schermen die haar omringen. Negen stuks vertegenwoordigen de camera’s langs de sluiskolk. Twee schermen tonen de radarbeelden boven- en benedenstrooms en één beeldscherm laat zien hoe het met de sluisdeuren is gesteld.

Visserman loopt naar een grote kast met schakelaars en meters. „Hier wordt het waterpeil getoond en kan ik de stuwen bedienen.”

Vanuit de sluismeestersruimte is te zien hoe de Nautictrans de 220 meter lange sluiskolk invaart. Het is een van de circa 20.000 schepen die jaarlijks passeren. De sluismeester praat via de marifoon met de schipper. Als een plezierjacht zo’n voorziening niet aan boord heeft, kan Visserman via luidsprekers bij de sluis met de bemanning communiceren. Ze hoeft niet vaak iemand te corrigeren. „Het gros van de schippers gedraagt zich keurig.”

Van oost naar west langs het water. Vandaag deel 9 in een serie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer