Fietstocht Kessler Stichting: langs Pakkie Deftig en de Geefhuisjes
Kroegeigenaar Piet Tichelaar merkte dat zijn klanten niet alleen behoefte hadden aan drank, maar ook aan huisvesting. Daarom opende hij tientallen jaren geleden in Den Haag een sociaal pension: Huize Tichelaar. Nu wonen er ex-daklozen met ernstige psychiatrische problemen.
De instelling voor beschermd wonen, onderdeel van de Kessler Stichting, is ondergebracht in een voormalig klooster aan de Toussaintkade in Den Haag. Het is een van de locaties op de route van de jubileumfietstocht die de honderdjarige organisatie dit jaar in samenwerking met Gilde Den Haag aanbiedt. Onderweg vertelt een gids over de opvang van dak- en thuislozen vroeger en nu.
Fietsroute Kessler Stichting weergeven op een grotere kaart
Op deze middag stapt Gildegids Bert Toet omstreeks twee uur op de fiets voor een ruim anderhalf uur durende tocht. Vertrekpunt is de hoofdlocatie van de Kessler Stichting aan de De la Reyweg in de wijk Transvaal. Vanaf 1923 worden er op deze plek dak- en thuislozen opgevangen. Afgelopen jaar betrok de instelling er een opvallend nieuw pand met een dak in allerlei kleuren en 91 dakkapellen. De architect liet zich inspireren door een armenhospitaal in Frankrijk.
Het passantenverblijf op deze locatie biedt ’s nachts onderdak aan negentig daklozen. Zij kunnen voor 2 euro in een van de grote of kleinere slaapzalen overnachten. Na het ontbijt moeten ze de straat weer op. Cliënten van de verpleeghuisafdeling en de ziekenboeg verblijven ook overdag aan de De la Reyweg. De hoofdlocatie heeft eveneens een afdeling beschermd wonen voor 26 personen en een afdeling kort verblijf waar 25 cliënten een tijdelijk onderkomen hebben en begeleid worden.
Na een psychose
Een paar straten verderop houdt Toet halt voor de voormalige Van Koetsveldschool. Onder de naam DoorZ biedt de Kessler Stichting hier huisvesting aan zeventien jongvolwassenen tussen de 18 en de 30 jaar. Onder deskundige begeleiding werken ze aan problemen op het gebied van drank, drugs en geld, vertelt de gids. Sommigen zitten tot over hun oren in de schulden.
Na verloop van tijd kunnen de cliënten doorstromen naar bijvoorbeeld een project voor zelfstandig begeleid wonen. Zo zijn er vijf wooneenheden aan de Regentesselaan. Ze liggen pal naast Pakkie Deftig, een van de vier tweedehands kledingzaken van de Kessler Stichting. De winkels worden gerund door vrijwilligers en bieden werkervaringsplaatsen aan cliënten van de opvanginstelling.
In de smalle, fris vormgegeven zaak is de kleding voor kinderen en volwassenen keurig op maat gerangschikt. De klant kan er eveneens hoeden, schoenen en tassen uitzoeken. Twee vrouwen met hoofddoek schuifelen langs de rekken. In de winkel lopen regelmatig Polen binnen, maar ook Nederlanders die op zoek zijn naar goede gebruikte kleding.
Achter de kassa staan Ingrid (49) en Marleen (30). Beiden kwamen via de Haagse Vrijwilligersbank bij Pakkie Deftig terecht. Marleen vertelt dat ze na een psychose de draad probeert op te pakken. Ze werkt al bijna drie jaar in de zaak en combineert dat met een toekomsttraject waarin ze zich onder meer bekwaamt in het werken met computers.
Veilige omgeving
Tichelaar is met zijn vijftig opvangplekken een van de grotere onderdelen van de Kessler Stichting. Op deze locatie mogen de deelnemers aan de fietstocht eveneens binnenkijken. Het project voor beschermd wonen stelt contact met de samenleving op prijs. Niet voor niets vergadert de buurtvereniging in het pand en oefent een koor van buitenaf in de vroegere kloosterkapel.
De bewoners –de jongste is 31– zijn allemaal ex-daklozen, hebben een langdurige psychiatrische geschiedenis en zijn op meerdere terreinen vastgelopen, vertelt teammanager Wim van Lierop. „De meesten hebben in de goot gelegen, zijn verloren geweest in drank- en drugsgebruik en angstig geworden voor het participeren in de maatschappij. Dit is voor hen een veilige omgeving.”
De instelling gaat met de bewoners op zoek naar mogelijkheden op het gebied van wonen, dagbesteding en het herstel van (familie)relaties. Meer dan vroeger worden ze gestimuleerd om te doen wat ze kunnen. Ze houden zo veel mogelijk hun eigen kamer schoon, helpen mee in de keuken en werken in de tuin.
In het verleden verbleven mensen soms enkele decennia in Tichelaar. Op dit moment is de gemiddelde verblijfsduur vijf jaar. Als het enigszins kan, stromen de bewoners op den duur door naar een andere locatie, waar nog meer een beroep wordt gedaan op hun zelfstandigheid.
Goede begeleiding is daarbij wezenlijk, zegt Van Lierop. „Elke overplaatsing brengt een risico op terugval met zich mee. Het gaat daarom vaak om kleine stapjes. Iemand kan bijvoorbeeld verhuizen naar Viljoen, het beschermd wonen op de hoofdlocatie. Hij houdt dezelfde begeleider, maar komt in een omgeving die nog meer dan hier midden in de samenleving staat. Zo proberen we langzaam iets op te bouwen.”
Julianakerk
Van Lierop kan uren over zijn werk en zijn mensen vertellen, maar de tijd dringt. De Gildegids vervolgt de tocht via de Geefhuisjes –waar in het verleden zes arme, alleenstaande vrouwen onderdak vonden– naar de Julianakerk. Rond 1925 legde prinses Juliana de eerste steen van het bedehuis, dat door „gelovige arbeiders” bij elkaar werd gespaard.
In 1980 kwam in deze kerk een einde aan de erediensten. Het vroegere bedehuis wordt nu voor andere doeleinden gebruikt. Zo hield de Kessler Stichting er afgelopen jaar een kerstdiner voor haar cliënten. Deze weten ook op andere momenten de weg te vinden naar de kerk, waarin diverse sociale instellingen zijn gehuisvest. Zo schenkt Stek (organisatie voor stad en kerk) er voor een paar dubbeltjes een kop koffie of thee. Het is een bekende plek voor mensen uit het passantenverblijf, iets verderop. Menigeen die ’s nachts bij de Kessler Stichting slaapt, heeft overdag de Julianakerk op zijn route liggen voor een lekker bakkie leut.
Zie ook: