Getergde Donner fileert zwartboek
„Hij ligt onder de grond en dat is jullie wens.” De LPF-aanhang die woensdagmiddag tierend en scheldend het kamerdebat over de beveiliging van Fortuyn verliet, deed geen enkele moeite de frustraties te verbergen. Van een waardige wijze van discussiëren, waarvoor minister Donner pleitte, was weinig te bespeuren.
LPF-kamerlid Eerdmans had maandag het debat al op scherp gezet door een zwartboek over de beveiliging van Fortuyn te presenteren. Volgens hem heeft de commissie-Van den Haak, die maandenlang onderzoek deed, „broddelwerk” afgeleverd.
Dat was taal naar het hart van de LPF-aanhang, die woensdag in groten getale was opgekomen. Bij herhaling lieten de fortuynisten luid en duidelijk van zich horen toen het zwartboek van alle kanten onder vuur werd genomen. Commissievoorzitter Noorman-den Uyl moest hen keer op keer tot de orde roepen. Op het laatst dreigde ze zelfs de tribune te laten ontruimen, maar de LPF-supporters lieten het zo ver niet komen. Ze gingen zelf al, sommigen met gebalde vuisten, anderen luid schreeuwend.
Hun woede richtte zich vooral op minister Donner van Justitie, die de vloer aanveegde met het LPF-zwartboek. Ook vanuit de Kamer was het document al op de korrel genomen omdat er zo weinig nieuws in zou staan, maar Donner deed er nog een schepje bovenop. De vragen die de LPF nu stelt, zijn volgens hem tijdens een debat in december allemaal al beantwoord. Ook had de fractie toen de kans de onderzoekscommissie te bevragen, maar ze had bij die gelegenheid verstek laten gaan, zo hield de bewindsman Eerdmans voor.
„Uitermate bedenkelijk” noemde een getergde Donner het dat de LPF oud-rechter Van den Haak en de zijnen nu van „broddelwerk” beschuldigt terwijl de leden zich niet meer kunnen verdedigen. „U komt met verdachtmakingen en suggesties zonder iets aan te tonen.”
Als voorbeeld noemde de bewindsman de passage over de BVD, die Fortuyn zou hebben afgeluisterd. De LPF vindt het vreemd dat de politie meteen op de avond van de moord huiszoeking deed en twee computers meenam. „Deze werkwijze is gebruikelijk. Zo is de procedure”, zo fileerde hij het zwartboek.
De bewindsman voelde er helemaal niets voor drie functionarissen die niet door de commissie-Van den Haak waren gehoord, alsnog aan de tand te laten voelen. Verschillende fractiewoordvoerders hadden daar wel voor gepleit om de LPF toch nog enigszins tegemoet te komen. Volgens het zwartboek gaat het om sleutelfiguren van de toenmalige BVD en de politie die zich ziek hadden gemeld. De commissie had daar geen genoegen mee mogen nemen.
Donner vroeg Eerdmans wat deze functionarissen nog zouden kunnen toevoegen. „Ze zullen hooguit bevestigen dat er geen grondige risicoanalyse is gemaakt, maar dat wisten we al.”
Het aangesproken kamerlid weersprak dat hij louter suggesties zou hebben rondgestrooid. „De verklaring van Volkert van der G. dat hij op 6 mei niet zou hebben geschoten als Fortuyn beveiligd was geweest, is duidelijk een nieuw feit. De commissie-Van den Haak zegt dat beveiliging niets zou hebben uitgemaakt, de moordenaar van Fortuyn heeft dit zelf ontkracht.”
Donner was er niet van onder de indruk. „De heer Van der G. heeft zo veel gezegd.” Dat was voor Marten Fortuyn, broer van de neergeschoten politicus, het sein om ook op te stappen. Donner noemde hij „een bestraffende vader” met „een regentenmentaliteit.” Volgens hem zijn we weer terug bij „de oude politiek.”