Kerk & religie

De Wachter Sions waakt een halve eeuw

”Een getrouwe wachter op Sions muren”. Dat beeld had dr. C. Steenblok in september 1953 voor ogen met zijn nieuwe kerkblad, ”De Wachter Sions”. Van de Wachter werd verwacht dat hij de gevaren zou signaleren „die de kerke Gods in deze tijden van alle kant bedreigen, maar ook om met de bazuin te blazen, en dat deze een zeker geluid moge voortbrengen.” De Wachter Sions waakt deze maand vijftig jaar.

J. van ’t Hul
4 September 2003 07:36Gewijzigd op 14 November 2020 00:32
ALBLASSERDAM – Ds. F. Mallan, sinds 1966 hoofdredacteur van De Wachter Sions: „Als het om de leer gaat, ben ik altijd strijdbaar geweest. Niet om mijn gelijk te halen, maar omdat Gods eer er vaak mee gemoeid was.”
ALBLASSERDAM – Ds. F. Mallan, sinds 1966 hoofdredacteur van De Wachter Sions: „Als het om de leer gaat, ben ik altijd strijdbaar geweest. Niet om mijn gelijk te halen, maar omdat Gods eer er vaak mee gemoeid was.”

De scheuring had plaats in juni 1953. „We stonden met een paar mensen kaal en naakt aan de dijk”, zegt ds. F. Mallan, sinds 1966 hoofdredacteur van de Wachter. „We hadden niets meer. De scheidslijn was getrokken, maar de Heere heeft betoond voor ons te willen zorgen.”

Er was in die roerige dagen grote behoefte aan een eigen blad, zegt de emeritus predikant uit Alblasserdam, „om heldere voorlichting te geven, om de gelegenheid te hebben om de gebeurtenissen zodanig te noemen als ze volgens ons hadden plaatsgehad.”

De eerste drie maanden maakten de uitgetredenen gebruik van de Goudse Kerkbode, waarvan dr. Steenblok reeds redacteur was. Het Goudse blad was die periode de landelijke spreekbuis van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. In september 1953 verscheen de eerste editie van De Wachter Sions. Het colofon vermeldde als hoofdredacteur dr. C. Steenblok, als medewerkers „ds. D. L. Aangeenbrug, ds. M. van de Ketterij, ds. F. Mallan, ds. Chr. van de Woestijne e.a…”

Met ere noemt de hoofdredacteur hen die al die jaren de administratie hebben verzorgd: eerst ouderling H. Bas uit Alblasserdam, daarna G. Trouwborst uit Utrecht en nu A. van Middelkoop uit Veenendaal. „Die mannen hebben ontzettend veel werk verricht.”

Het kerkblad van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland telde in 1953 zo’n 1000 abonnees. Dat bestand is gegroeid tot ongeveer 7000. „Daar zijn we blij mee. Hoewel, het zouden er meer kunnen zijn. Het is een enkele maal gebeurd dat een pas getrouwd paar het cadeau van de kerkenraad, een abonnement op De Wachter Sions, retour stuurde met de mededeling: „Hier hebben we niet om gevraagd.” Maar over het algemeen ervaren onze mensen het blad echt als hun eigen kerkblad. Dat kunnen we ook merken aan het aantal overbetalingen die men doet op de abonnementsprijs. Als het blad eens een keer niet, zoals gewoonlijk, op donderdag wordt bezorgd, gaan de mensen al bellen: Wij hebben geen Wachter gehad. Wat is er aan de hand?”

Na het overlijden van dr. C. Steenblok in 1966, volgde ds. F. Mallan hem op als hoofdredacteur. „Er was niemand die daar eerst eens over wilde praten. Dat ging vanzelf. Ik schreef al vanaf het begin in het kerkblad. En nu mag ik het nog steeds doen. Het is aan de ene kant een hele verantwoordelijkheid, maar aan de andere kant loopt het nogal eens vanzelf. Ik heb nooit veel moeilijkheden in het redactiewerk en er is weinig correctiewerk. We kunnen elkaar nogal goed vinden.”

Het is mijn begeren, zegt de emeritus predikant, om tot het einde van mijn leven bezig te zijn in de dienst des Heeren. Het redactiewerk geeft me door het ouder worden wel meer werk dan vroeger. Mijn gedachten worden minder. Het geheugen loopt terug. Nu moet ik teksten opzoeken om ze letterlijk te kunnen citeren. Nu moet ik oude schrijvers en bijbelverklaarders er echt bij pakken om ze te kunnen weergeven. Vroeger deed ik dat allemaal gemakkelijker. Maar de Heere geeft me tot nu wekelijks vermaak in dit werk.”

Vele kolommen schreef de hoofdredacteur in de afgelopen 36 jaar vol over kerkelijke strijdvragen. Onverwijld reageerde hij op heikele onderwerpen in andere bladen. Niet altijd was de auteur even mild gestemd, niet altijd was de pen even behoedzaam. „Als het om de leer gaat, ben ik altijd strijdbaar geweest. Niet om mijn gelijk te halen, maar omdat Gods eer er vaak mee gemoeid was.”

Nog steeds vult ds. Mallan wekelijks de rubriek ”Antwoord per brief”. Opvallend is het, zegt hij, dat de meeste vragen over geestelijke nood door jongeren worden gesteld. Dat zijn dan geen vragen over kerkelijke strijdvragen, geen theologische strikvragen, maar vragen over innerlijke zielennood. En dat verblijdt me zeer, mag ik wel zeggen. Deze week schrijf ik bijvoorbeeld in mijn rubriek een antwoord aan vijf jonge mensen tegelijk, vijf jonge mensen die onrustig zijn geraakt over hun staat voor God. Ze gaan dus echt niet allemaal de verkeerde kant op.”

Vooral jongeren zien de ernst van het leven onder ogen, zegt ds. Mallan. „Ik ontmoet jongeren die tot de ontdekking zijn gekomen dat ze niet kunnen sterven zoals ze geboren zijn, dat ze onbekeerd zijn, dat ze God kwijt zijn. Zulke jongeren komen dan in hun dagelijkse leven natuurlijk in aanraking met jongeren die er net even anders over denken. En dat brengt hen dan in de war. Ik hoop echt dat ik in de rubriek ”Antwoord per brief” zulke jongelui een beetje de weg mag wijzen. Ik begin dan altijd met te zeggen dat de bekering een werk van God is. Het is nodig om dat steeds weer te blijven benadrukken, want dat besef raakt vandaag de dag een beetje ondergesneeuwd, denk ik wel eens.”

Erg dringende vragen beantwoordt ds. Mallan persoonlijk. „Als er nijpende omstandigheden zijn, ernstige vragen die niet wachten kunnen totdat er ruimte is, dan stuur ik zulke mensen persoonlijk een brief.”

De laatste tijd neemt De Wachter Sions ook advertenties op van jongerenavonden in eigen gemeenten. Dat is een nieuwe ontwikkeling. „Ik ben blij dat jongeren op zaterdagavond bij elkaar willen komen. Dat kunnen ze beter doen dan ergens anders gaan zitten. Als er goede leiding is, dan hoop ik dat de jongerenavonden in onze gemeenten goed gedijen. We leven in een vreselijke tijd. Laat de jeugd elkaar toch vooral vasthouden.”

Is De Wachter Sions niet aangewezen op erg weinig scribenten? Neem -in gedachten- ds. Mallan en L. M. P. Scholten eens weg! „Tot nog toe heeft de Heere ons geholpen. En daarnaast waarderen we erg de medewerking van onze predikanten, en van de andere medewerkers, zoals dr. H. Florijn en C. van Rijswijk.”

Om van het weekblad een tweewekelijks blad te maken, of een maandblad (zoals het kerkblad Mount Zion van de Amerikaanse zusterkerken), daar ziet ds. Mallan niets in. „Wij willen graag iedere week een Wachter.”

Ds. Mallan was zich van het jubileum van zijn kerkblad zelf nog niet echt bewust. Het weegt hem ook nauwelijks. „Er is al zo veel om te herdenken. We hebben de watersnood gehad. We hebben de scheuring gehad. Wat jubileert er op dit moment al niet? Wij dachten er, ziende op onze eigen gebreken, zelf over om maar te zwijgen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer