Dat stelde directeur K. de Jonge van de Consumentenbond maandag bij het overhandigen van een manifest aan de hoogste ambtenaren van de ministeries van Volksgezondheid en Landbouw, vooruitlopend op een debat in de Tweede Kamer 24 januari.

De Consumentenbond wil vooral meer voortgang in de oprichting. De NVa is enkele maanden geleden ingesteld om toezicht te houden op voedselcontroles. Aanleidingen waren de bse-crisis bij koeien en de dioxinevervuiling van kippen. Politici zijn het echter nog steeds oneens over de bevoegdheden en organisatie van de NVa.

De Consumentenbond pleitte bij de topambtenaren en politici voor een betere communicatie en grotere onafhankelijkheid van de NVa. „De voedselautoriteit moet alleen verantwoording afleggen aan het ministerie van Volksgezondheid. Niet aan het ministerie van Landbouw”, aldus directeur De Jonge. De bond zit daarmee op één lijn met een motie die vorig jaar door de Tweede Kamer is aangenomen.

De Consumentenbond wordt in het manifest gesteund door de voedingsmiddelenindustrie, stichting Merkartikel en het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL). Alle zeggen niet te verwachten dat de NVa de gewenste sterke onafhankelijke autoriteit wordt die consumenten het vertrouwen in de veiligheid van voedingsmiddelen kan teruggeven.

„De NVa ontwikkelt zich nu slechts tot een extra bureaucratische laag: controle op controle”, aldus voorzitter F. Tummers van de Nederlandse Voedingsmiddelenindustrie. „En het is al zo onduidelijk waar we bij de overheid moeten zijn in geval van een crisis.”

In een reactie zei secretaris-generaal Bekkers van het ministerie van Volksgezondheid de kritiek te begrijpen. „Het is ondersteuning van ons beleid”, zei Bekkers. „Dit soort kritiek is heel gewoon. Het duurt een paar jaar voordat de organisatie echt een autoriteit wordt. Ik vind het huidige tempo van oprichting al knap hoog.”

De topambtenaar zei het wat onnozel te vinden dat bedrijven hem niet zouden kunnen vinden in geval van een crisis. Ook meent hij dat het ministerie van Landbouw betrokken moet blijven bij de NVa, anders dan de Consumentenbond, industrie en Tweede Kamer vinden.

Dat ministerie weet namelijk veel van het productieproces, stelde Bekkers. Van belangenverstrengeling zou geen sprake zijn. Topambtenaar Kalden van het ministerie van Landbouw zei het een achterhaald beeld te vinden dat zijn departement alleen opkomt voor de belangen van de boeren. „We kijken verder, ook naar de belangen van de consument. Het is idioot te denken dat we bakkers zijn die hun eigen brood controleren”, verdedigde Kalden.