„Antisemitisme van verlichtingsdenkers gebagatelliseerd”
BERLIJN – Waar islamitisch gemotiveerd antisemitisme anno 2012 wel als probleem wordt onderkend, gebeurt dat niet als datzelfde antisemitisme wordt ingegeven door Verlichtingsdenken. Dat schrijft Hannes Stein in WeltOnline naar aanleiding van de discussie in Duitsland over de besnijdenis van jongetjes.
De traditie van het intellectuele antisemitisme gaat terug tot de Verlichting – dus veel verder dan de Holocaust. De beroemde Franse filosoof Voltaire, zijn niet minder bekende Duitse vakgenoot Immanuel Kant, de Amerikaanse journalist Christopher Hitchens, de Britse auteur H. G. Wells, allen maakten zich schuldig aan antisemitisme. Zo schrijft Voltaire rechtstreeks aan de Joden: „Jullie overtreffen alle naties met jullie schaamteloze sprookjes, jullie slechte gedrag en jullie barbarij. Jullie hebben het verdiend te worden gestraft, want dat is jullie lot.”
Voltaire stond niet alleen in zijn kritiek op de Joden. In de ”Encyclopédie” –het product van meerdere vooraanstaande Franse filosofen– gaat het langste artikel, van de hand van Denis Diderot, over de Joden. Het staat bol van de domste en ergste antisemtische clichés die indertijd in Europa de ronde deden.
Ook Kant stak zijn aversie jegens Joden niet onder stoelen of banken. Hij wenste de „onder ons levende Palestijnen euthanasie”, oftewel een zachte dood, toe.
Terwijl antisemitisme geïnspireerd door de islam alom als een probleem wordt gezien, wordt antisemtisme op grond van Verlichtingsdenken gebagatelliseerd, schrijft Stein. De traditie van de Verlichting geldt nog altijd „zeer onschuldig” – zoals in het besnijdenisdebat ook duidelijk werd. „De atheïstische –of agnostische– strijders tegen het ‘duistere middeleeuwse bijgeloof’ worden door de meeste mensen nog altijd als lichtdragers gezien. Voltaire staat nog altijd als held op zijn sokkel. Zijn antisemitische en racistische uitlatingen gelden als een onbeduidende uitglijder; veel mensen weten er helemaal niet van.”
„Zolang de verlichtingsdenkers, aanhangers van het vooruitgangsgeloof en Godloochenaars weigeren, hun eigen Jodenvijandige traditie in ogenschouw te nemen, zolang ze deze erfenis als een soort bewusteloze steeds verder uitdragen, klopt er principieel iets niet met hen. Ze zijn dan in dit opzicht op zijn minst niet beter dan fundamentalistische moslims of reactionaire katholieken van de Piusbroederschap.”
Zolang verlichtingsdenkers niet willen worden onderwezen over hun eigen antisemitisme, zijn ze als gesprekspartner in het publieke debat nauwelijks serieus te nemen”, besluit Stein.