Buitenland

Analyse: Situatie Syrië destabiliseert in snel tempo

DAMASCUS – De voormalige Amerikaanse president George W. Bush heeft in zijn memoires het gesprek opgetekend dat hij ergens in 2005 voerde met de toenmalige Israëlische premier Ariel Sharon. Bush speelde met de gedachte om na het Iraakse Ba’athregime ook het bewind in Damascus ten val te brengen. Hij kwam hierop terug op advies van premier Sharon, die Bush zei „dat hij de duivel die hij kende prefereerde boven onbekende duivels.”

Van onze correspondent
19 July 2012 11:13Gewijzigd op 14 November 2020 22:14
Syrische militairen namen woensdag posities in na de verwoestende bomaanslag op een gebouw van de veiligheidsdienst in de hoofdstad Damascus. Drie topfiguren van het Syrische regime kwamen bij de aanval om het leven. Foto EPA
Syrische militairen namen woensdag posities in na de verwoestende bomaanslag op een gebouw van de veiligheidsdienst in de hoofdstad Damascus. Drie topfiguren van het Syrische regime kwamen bij de aanval om het leven. Foto EPA

Deze woorden lijken plotseling hoogst actueel omdat de situatie in Syrië in snel tempo verder destabiliseert en de gewelds­spiraal ook de hoofdstad Damascus heeft bereikt. Dit beangstigt des te meer aan de vooravond van de maand ramadan, die ook vorig jaar een duidelijke intensivering van het geweld liet zien.

Vorig jaar verklaarden veel politici en deskundigen dat het Syrische regime de ramadan niet zou overleven, en ook nu zijn dezelfde voorspellingen te horen. Vergeleken met vorig jaar is de situatie in Syrië echter veel grimmiger en bloediger geworden en bovendien volkomen geïnternationaliseerd.

Vorig jaar leefde bij grote delen van de Syrische bevolking nog hoop op een vreedzame oplossing van het conflict, maar zeker na de dodelijke aanslag van woensdag op generaal Dawud Rajha lijkt het laatste sprankje hoop verdwenen.

Generaal Dawud Rajha was een Syrische christen en sinds augustus vorig jaar minister van Defensie. Uit een aantal gesprekken die ik het afgelopen jaar voerde met Syrische soldaten merkte ik dat generaal Dawud bepaald niet onomstreden was. Vooral toen de stad Homs in een strijdtoneel veranderde, werd de kritiek op de generaal meer uitgesproken. Militairen vonden hem te „soft.”

Het defensiebeleid van generaal Dawud hield duidelijk rekening met de internationale consequenties die eventuele misstappen van het Syrische leger zouden kunnen hebben. De generaal werd kortom tot de duiven en niet tot de havikken gerekend binnen het Syrische regime. Daarbij kan de vraag gesteld worden of zijn gewelddadige dood van woensdag in zekere zin niet illustreerde dat zijn defensiepolitiek blijkbaar had gefaald.

Enkele uren na de dood van generaal Dawud werd de benoeming bekendgemaakt van generaal Jassim al-Freij als nieuwe minister van Defensie. Al-Freij leidde sinds 2011 
speciale militaire eenheden die vochten in Daraa, Idlib en Hama, en zal waarschijnlijk een meer agressieve defensiepolitiek gaan voeren dan zijn voorganger.

Vooral nadat het Internationale Rode Kruis zondag liet weten het conflict in Syrië officieel als een burgeroorlog te beschouwen. De Syrische oppositie begroette deze verklaring met instemming. Zij beschouwt die als een mogelijkheid om kopstukken binnen het Syrische regime voor het internationale gerecht te dagen wegens het plegen van oorlogsmisdaden.

Hoogleraar internationaal recht Mary Ellen O’Connell liet echter weten dat de verklaring van het Internationale Rode Kruis tevens de erkenning inhoudt dat het Syrische regime zich geconfronteerd ziet met een georganiseerde en zwaar bewapende oppositie en daarom het legitieme recht heeft daarop te antwoorden. Dat lijkt de weg te openen naar nog meer geweld.

De dodelijke aanslag op generaal Dawud zet zowel vraag­tekens bij de aard en samenstelling van de Syrische oppositie alsook bij de onzekere toekomst die Syrië tegenmoet gaat.

Het nieuws van de moord op generaal Dawud kwam vrijwel gelijktijdig met een officiële verklaring van het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken inzake de dood van de Franse journalist Gilles Jacquier op 
11 januari in Homs.

De internationale gemeenschap volgde indertijd het relaas van de Syrische oppositie en stelde het regime verantwoordelijk voor de dood van de Franse journalist. Na onthullingen enkele dagen geleden in de krant Le Figaro moest de Franse regering toegeven dat onafhankelijk onderzoek had uitgewezen dat gewapende rebellen verantwoordelijk waren geweest voor de dood van Gilles Jacquier.

Net zoals er ook steeds meer informatie opduikt die erop lijkt te wijzen dat de versies van het Syrische regime over de bloedbaden in Hula en Tremseh waarschijnlijk dichter de waarheid benaderen dan de verklaringen van de oppositie.

Het meest zorgwekkende in Syrië is dat een in eerste instantie vreedzame oppositie­beweging volkomen is overvleugeld door een gewapende oppositie, die op haar beurt in toenemende mate wordt geïnfiltreerd en op sommige plaatsen zelfs gedomineerd door jihadistische en salafistische elementen.

Na de Amerikaanse invasie van Irak in 2003 stelden critici dat militair geweld nooit kan resulteren in een vreedzaam democratisch proces. Deze woorden lijken ook van toe­passing op de ontwikkelingen in Syrië, waarvan de uitkomst bepaald zal worden door wapens, en niet door onderhandelingen of dialoog.

De internationale gemeenschap probeert de aanwezigheid van al-Qaida in Syrië te bagatelliseren, maar buurlanden van Syrië doen dat niet. De Iraakse minister van Buitenlandse Zaken, Zebari, heeft de afgelopen weken meerdere malen een directe link gelegd tussen al-Qaida in Syrië en de enorme toename van het aantal aanslagen in Irak. De Libanese krant al-Akhbar onthulde enkele dagen geleden dat de Libanese autoriteiten op het laatste moment een aanslag van al-Qaida hebben weten te voorkomen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer