Dat blijkt uit cijfers die Rabobank maandag bekendmaakte. De Chinese bedrijven Yili en Mengniu kwamen in 2010 voor het eerst in de top 20 voor. Vorig jaar steeg Yili van plek 19 naar 15, Mengniu van 18 naar 16.

De ranglijst wordt nog altijd gedomineerd door ondernemingen uit de Europese Unie, Noord-Amerika, Japan en Nieuw-Zeeland. Volgens de Rabobank zullen deze traditionele zuivelmarkten de komende vijf jaar echter minder snel groeien. Dat is te wijten aan de economische crisis en de vergrijzing. Bovendien is de zuivelconsumptie in de betrokken gebieden al hoog.

Daartegenover staan groeikansen in China, Zuidoost-Azië, India en Latijns-Amerika. Veel grote zuivelproducenten proberen hier vaste voet aan de grond te krijgen. Zestien van de twintig topondernemingen hebben geïnvesteerd in productielocaties in Azië of Latijns-Amerika.

FrieslandCampina is met een omzet van 9,7 miljard euro op de vijfde plek blijven staan. De Nederlandse coöperatie verstevigde vorig jaar met de overname van Alaska Milk in de Filipijnen haar positie in Azië. Het Brits-Nederlandse Unilever is gezakt van 10 naar 11. De grootste zuivelfabrikanten wereldwijd zijn het Zwitserse Nestlé (18,6 miljard euro), gevolgd door twee Franse bedrijven: Danone en Lactalis.