Naast 46 juristen staan drie medewerkers van advocatenkantoren en één journalist terecht. Zij worden verdacht van banden met de Unie van Koerdistan-Gemeenschappen (KCK). De autoriteiten zien die organisatie als de stedelijke vleugel van de verboden Koerdische Arbeiderspartij PKK.

Volgens het Openbaar Ministerie hebben de verdachten de gevangen PKK-leider Abdullah Öcalan geholpen contact met zijn achterban te onderhouden.

Zeven van de verdachten riskeren maximaal 22,5 jaar cel wegens het „vormen en runnen van een gewapende organisatie”. De overigen kunnen 15 jaar krijgen voor het „lidmaatschap van een gewapende organisatie”.

De Turkse staat begon in 2009 hard op te treden tegen mensen met vermeende banden met de KCK. Sindsdien zijn volgens de regering zo’n 700 en volgens critici meer dan 3500 mensen gearresteerd.

De regering in Ankara zegt dat de KCK het overheidsapparaat in het door Koerden bewoonde Zuidoost-Anatolië wil vervangen door eigen machtsstructuren. De PKK, die door Turkije en tal van andere landen als terroristische organisatie wordt beschouwd, greep in 1984 de wapens. Dat conflict heeft aan zo’n 45.000 mensen het leven gekost.