VOC-archieven zo goed als zeker op Werelderfgoedlijst
De archieven van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) komen zo goed als zeker op de Werelderfgoedlijst voor documenten van de Unesco, de culturele poot van de Verenigde Naties.
Dat verwacht het Nationaal Archief in Den Haag, dat de archieven voor de lijst heeft voorgedragen.
Een plaats op de lijst levert geen geld van de Unesco op, maar geldt als een dringend verzoek aan overheden om zo veel mogelijk te doen om het erfgoed in kwestie te behouden.
De VOC-archieven liggen verspreid over de hele wereld. Er is 1400 meter in Nederland, 450 meter in Kaapstad, maar liefst 2,5 kilometer in Jakarta, 310 meter in Colombo, 64 meter in Madras en enkele meters in Londen. In totaal zijn het 34 miljoen pagina’s geschiedenis.
Met name de papieren in het Indiase Madras zijn al zo verzuurd, dat ze niet meer op microfilm kunnen worden gezet. Het is volgens het Nationaal Archief zaak de archieven zo snel mogelijk te redden. In Kaapstad worden de archieven al overgetypt.
Een Unesco-commissie heeft recent op een vergadering in Polen positief beslist over de voordracht van het VOC-archief voor de lijst. Volgens het Nationaal Archief is het nu nog een kwestie van een handtekening van de directeur-generaal, die zij voor november verwacht. Natuurlijk kan een betrokken land nog roet in het eten gooien, maar volgens de zegsman raken alle landen waar delen van de archieven zijn ervan overtuigd dat het hier ook om hun geschiedenis gaat. Ook staat er informatie in over mensen, dieren en zaken uit nog andere landen. „Er wordt van alles in beschreven, van wie je het beste kon omkopen tot de maori’s en de dodo, de uitgestorven vogel van Mauritius.”
Interessant volgens de zegsman is ook de informatie over slavernij.