Verandering weiland in moeras blijkt succes
Landbouwgronden die in enkele jaren tijd in een moeras veranderen. Een uit de hand gelopen experiment van een hobbyboer? Nee, een gecontroleerde actie van de Vereniging Natuurmonumenten. Met verassend resultaat. „Vorig jaar kwam de lepelaar hier terug, dit jaar broeden er zilverreigers. De laatste keer dat dat het geval was, moet zo’n tachtig jaar geleden zijn.”
Luid gakkend stijgt een enorme kolonie ganzen op uit het water. Seconden later vliegen ze in een grote groep rond de plek waar ze even daarvoor nog rustig ronddobberden. De dieren slaan op de vlucht voor nieuwsgierige indringers, die aan de rand van het natuurgebied over een hek stappen.
In de Wieden, een natuurgebied in de Kop van Overijssel, tussen Zwartsluis en Steenwijk, heerst op veel plaatsen een serene rust. Niet overal trouwens. Want in een plaats als Giethoorn tiert de toeristische economie welig. En ook op de vele plassen in het gebied moeten watervogels het afleggen tegen de alomtegenwoordige zeiljachten en pleziervaartuigen.
De bufferzone tussen de Wieden en het agrarisch gebied ten noorden ervan is wél zo’n plek waar bijna geen mens komt. En diegenen die er zich wagen, doen er ook beter aan om zich niet buiten de gebaande wegen te begeven. Bovendien is vanuit de uitkijkpost over de plassen genoeg te zien. De bufferzone werd ruim tien jaren geleden aangelegd uit pure noodzaak. Door de bemaling van het landbouwgebied rondom Steenwijk dreigden namelijk ook de plassen en watergangen in de Wieden droog te komen staan. De enige oplossing die voor alle betrokken partijen aanvaardbaar was, was het aanleggen van een bufferzone. Dat werd een strook landbouwgebied van 50 tot 300 meter breed. In totaal beslaat het gebied 80 hectare.
Waar in de jaren ’80 nog koeien graasden, is nu dan ook een heus moeras ontstaan. Weliswaar kunstmatig, maar dat mag de pret niet drukken. Volgens beleidsmedewerker Harm Piek van de Vereniging Natuurmonumenten, de eigenaar van het gebied, was de bufferzone aanvankelijk louter en alleen bedoeld om te voorkomen dat water wegliep uit de Wieden. Maar de laatste jaren werd steeds duidelijker dat er door de hoge waterstand in de zone ook een prachtig moeras ontstond. Veel moerasvogels gingen zich er thuis voelen. Met als voorlopig hoogtepunt de vestiging van zilverreigers, lepelaars en roerdompen in het gebied.
Het water in de bufferzone staat 30 centimeter hoger dan in de rest van de Wieden. Door natuurlijke druk wordt zo voorkomen dat het plassengebied leegloopt. Toch zakt er nog steeds water weg. „Gelukkig wordt dat aangevuld door regen- en oppervlaktewater”, aldus Piek. De langdurige droogte levert echter wel problemen op. Voor het eerst in zeven jaar laat Natuurmonumenten extra water in het gebied lopen. „We moeten meer water laten binnenstromen vanuit het IJsselmeer. De kwaliteit daarvan is wel minder dan van regenwater. Maar als we dat niet doen staan de sloten in een mum van tijd droog.”
Het proces waarbij van landbouwgronden een moeras wordt gemaakt is uniek in Nederland, stelt Piek. Hoewel het nooit de bedoeling was om er een voorbeeldproject van te maken, heeft de aanleg van de bufferzone wel bewezen dat de natuur ermee gediend wordt, meent hij. „We hebben hier veel van geleerd. Ook bestaande moerassen in de omgeving zijn zich gaan ontwikkelen. Daardoor ontstaat een steeds groter moerasgebied. Dat heeft er zeker toe bijgedragen dat we bepaalde vogelsoorten nu kunnen waarnemen.”
In de Wieden zijn nu zo’n tien broedparen van de roerdomp te vinden. Kortgeleden werden ook lepelaars ontdekt. Boswachter Jos Hooijmeijer weet niet zeker of de dieren dit jaar voor het eerst in het gebied broedden. „Lepelaars zijn echte ’stiekeme broeders’. Je weet het nooit zeker of ze een nest hebben. Misschien zijn ze er ook vorig jaar al geweest. Dit jaar begon het echter op te vallen dat ze in mei nog steeds in het gebied waren. Normaal gesproken trekken de dieren dan al weer verder. Toen we goed gingen opletten, bleken er niet alleen drie tot vijf broedparen van de lepelaar te zijn, maar ook twee van de grote zilverreiger. Dan gaat je hart toch wel wat sneller kloppen. Want behalve bij de Oostvaardersplassen bij Lelystad is dit dan de enige plaats waar ze een nest bouwen.”
Hoewel de bufferzone nu onverwacht een waardevol natuurgebied blijkt te worden, is Natuurmonumenten nog niet helemaal tevreden. Beleidsmedewerker Piek zou graag zien dat er meer landbouwgrond wordt teruggegeven aan de natuur. „Het liefst zouden we de oorspronkelijke verbinding tussen de Wieden en de iets noordelijker gelegen Weerribben herstellen. Daar ligt nu nog landbouwgrond, waar het water wordt weggemalen. Het is het laagste deel van Overijssel. Een heel rare situatie als je je bedenkt dat dit vroeger bij het hoogst gelegen gedeelte hoorde.” Hij hoopt dan ook dat het Rijk snel over de brug komt met geld voor de aankoop van nieuwe natuur. „Veel boeren stoppen met hun bedrijf. Nu is het het moment om gronden te kopen. Als je te lang wacht, staat er voor je het weet een nieuwbouwwijk.”