Palestijnse pogingen breuk Arafat en Abbas te lijmen
Palestijnse onderhandelaars zijn bezig met een bemiddelingspoging om de ernstige crisis in de relatie tussen de Palestijnse president Arafat en premier Abbas te bezweren. De machtsstrijd tussen de twee is zo hevig dat samenwerking onmogelijk is en de situatie binnen de Palestijnse Autoriteit onwerkbaar wordt.
De voorzitter van het Palestijnse parlement Ahmed Korei noemde maandag de situatie „beschamend” en het conflict „ondraaglijk”. Hij liet weten dat hij en andere bemiddelaars de twee politieke kemphanen proberen over te halen om tot een vergelijk te komen. Volgens Korei moet de rol die Arafat speelt in de beslissingen van de regering en het aansturen van het veiligheidsapparaat duidelijker worden omschreven.
Arafat werd eerder dit jaar onder druk van de Verenigde Staten gedwongen een deel van zijn macht af te staan aan een premier. Hij weigerde echter de controle over een groot deel van het Palestijnse veiligheidsapparaat aan Abbas over te doen. De machtsstrijd verhevigde zich nadat Arafat vorige week een vertrouweling aanstelde als nationaal adviseur, een soort minister van Binnenlandse Zaken die de zeggenschap krijgt over de vele veiligheidsdiensten.
De Palestijnse president, die door Israël en de VS niet meer als gesprekspartner wordt gezien, zag toen waarschijnlijk de kans schoon om zijn positie te versterken. Volgens waarnemers gebeurde dat nadat de positie van Abbas werd verzwakt door het ineenstorten van het vredesproces met Israël dat eerder door de premier was ingezet.
Radicale Palestijnse groeperingen zegden ruim tien dagen geleden het staakt-het-vuren met Israël op, nadat Jeruzalem de liquidaties van militanten had hervat. Israël ging hiertoe over na een zelfmoordaanslag op een bus in Jeruzalem waardoor op 19 augustus 21 mensen om het leven kwamen.
Donderdag komt het Palestijnse parlement bijeen. Abbas moet zich dan verantwoorden voor het beleid dat hij de eerste honderd dagen als premier heeft gevoerd. Het is onduidelijk of hij dan de vertrouwensvraag zal stellen. Palestijnse politieke waarnemers denken dat een vertrouwensstemming het conflict tussen hem en Arafat zal doen verergeren.
Israël ging maandag intussen verder met zijn ’liquidatie-politiek’. Een raketaanval op een auto in Gaza-stad kostte het leven aan een activist van de radicale Hamas-beweging. Het zou gaan om de 36-jarige Hader al-Huseri, een belangrijk lid van de gewapende tak van Hamas, de Izzedine al-Qassam-brigades. De meldingen over het aantal gewonden dat bij de aanval is gevallen lopen uiteen van twaalf tot 25 mensen.
Intussen is de Israëlische politie in een maandag uitkomen rapport fel bekritiseerd voor haar optreden tijdens anti-Israëlische betogingen in het noorden van Israël in oktober 2000. Toen werden twaalf Israëlische Arabieren en een Palestijn gedood en honderden andere verwond. De rellen vonden plaats enkele dagen na het begin van een nieuwe Palestijnse opstand op de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook.
Een onderzoekscommissie die na de bloedige betogingen was ingesteld, concludeerde in het rapport dat agenten te snel met scherp op de demonstranten hadden geschoten. Dit zou zijn voortgekomen uit een „anti-Arabische houding”. De commissie, die bestond uit drie leden van het Israëlische Hooggerechtshof, adviseert het ontslag van enkele hoge politiefunctionarissen.
Het rapport velt ook een hard oordeel over de toenamlige minister van Veiligheid Ben-Ami. Die zou volledig hebben gefaald bij de aanpak van de gewelddadigheden. Milder is de commissie over ex-premier Barak. Hem valt wel te verwijten dat hij niet goed wist wat er onder Israëlische Arabieren speelde, maar dat is onvoldoende reden om stappen tegen hem te ondernemen. Ongeveer 18 procent van de Israëlische bevolking bestaat uit Arabieren.