Religieuze leiders Syrië keren zich tegen geweld
HOMS – Allerlei religieuze stromingen in Syrië hebben onlangs de handen ineengeslagen. Verenigd in de Musalahah-beweging werken zij aan vrede en verzoening het door geweld geteisterde land.
Enkele weken geleden trad in Syrië een nieuwe regering aan. In de nieuwe regering is ook een aantal oppositieleden aangesteld als minister. Een van hen, Ali Haider, leidt het nieuw opgerichte ministerie van Nationale Verzoening. De bedoeling van dit ministerie is om bruggen te bouwen tussen de talloze religieuze en etnische groeperingen in de Syrische samenleving.
Door het niets ontziende geweld zijn veel slachtoffers gevallen in alle Syrische gemeenschappen. Diepe wonden zijn ontstaan. Hoe kan een maatschappelijk weefsel worden geheeld dat ruw uit elkaar is gescheurd?
Niet alleen het nieuwe ministerie houdt zich intensief bezig met deze vraag. Ook de Musalahahbeweging werkt aan een antwoord op deze prangende vraag. Het Arabische ”musalahah” betekent verzoening. De gelijknamige interreligieuze beweging is enkele maanden geleden opgericht door enkele Syriërs. Zij hebben de hoop verloren dat de politiek met een oplossing komt voor de crisis in hun land. De stad Homs is het symbool geworden van de gruwelijke sektarische strijd die in Syrië in woedt. Beelden van totale verwoesting maken Homs tot een 21e eeuwse versie van Sarajevo, evenals Homs een plaats waar alle religieuze en etnische scheidslijnen samenkwamen. Juist in Homs is de Musalahahbeweging de afgelopen weken bijzonder actief. Religieuze voormannen, tribale leiders, civiele autoriteiten en burgers van goede wil komen regelmatig in de stad bijeen om met elkaar te spreken over hun gedeelde vurige verlangen: een vreedzame Syrische samenleving. Een van de laatste ontmoetingen werd bijgewoond door de nieuwe minister van Nationale Verzoening, Ali Haider, en de gouverneur van Homs. Beelden ervan werden op de Syrische televisie vertoond.
Het was een ontroerende, bemoedigende en tegelijkertijd bizarre ontmoeting. Terwijl de religieuze en civiele gezagsdragers spraken over het opbouwen van een vreedzame samenleving, ging enkele meters verderop het geweld onverminderd door.
De strijd tussen het regeringsleger en de gewapende rebellen van het Vrije Syrische Leger woedt nog steeds in alle hevigheid. In Homs hebben gewapende rebellen –men schat dat er zo’n 15.000 strijders zijn– zich onder andere verschanst in de christelijke wijken van de stad. Het heeft een ware exodus op gang gebracht.
Enkele honderden christelijke families verblijven nog in de stad. Zij kunnen geen kant meer uit. Hun leven loopt direct gevaar omdat ze van voedsel, elektriciteit en water zijn afgesloten. Kerkelijke woordvoerders stellen dat de christenen door rebellen worden gebruikt als menselijk schild. Te midden van alle nood en ellende biedt de Musalahahbeweging een sprankje hoop. Ali Haider maakte in Homs duidelijk dat zijn ministerie de beweging volledig ondersteunt. Hij werkt aan een strategie om het initiatief een nationale dimensie te geven. Verder startte hij een speciale website met directe telefoonlijnen zodat burgers onrecht en geweld kunnen melden.
De Musalahahbeweging groeit ontzettend hard. Bijeenkomsten van de beweging vinden plaats van Hama, in het westen, tot Deir Zur, in het oosten. Tribale en religieuze leiders in deze laatste stad stelden in een gemeenschappelijke verklaring „dat we niet kunnen doorgaan op het huidige pad waarbij we tussen de veertig en de honderd onschuldige slachtoffers per dag hebben te betreuren. Onze natie bloedt en verliest haar jeugd.”
De beweging wordt ook in het Westen opgemerkt. De Ierse Mairead Maguine, zij won in 1976 de Nobelprijs voor de vrede, betuigde onlangs haar steun voor de Musalahahbeweging. Zij stelde in een verklaring „dat wij onszelf in de situatie moeten plaatsen van al die Syrische vaders, moeders en kinderen die geen oorlog willen en die ook niet verdienen.”
Maguine riep de VN op om „een forum te zijn waar deze Syrische stemmen gehoord worden. Het zijn de stemmen van mensen die hard werken aan een seculier, vreedzaam en modern Syrië.”