Buitenland

Irak lijkt vrijplaats voor terroristen te worden

Tientallen doden bij een aanslag op een sjiitische moskee in Najaf. Een autobom die het VN-hoofdkwartier in Bagdad verwoest. Dagelijkse beschietingen van Amerikaanse en Britse militairen. Criminele bendes die vrij spel hebben in de straten van Tikrit. Irak zinkt steeds verder weg in chaos en lijkt een vrijplaats voor terroristen te worden.

Mr. Richard Donk
29 August 2003 23:07Gewijzigd op 14 November 2020 00:31

Het Tweestromenland was door Washington als lichtend voorbeeld bedoeld. Voor de islamitische wereld in het algemeen en voor het Midden-Oosten in het bijzonder. Ondanks grote internationale reserves, proberen de Verenigde Staten in Irak een democratische staat te vestigen die als rolmodel voor de rest van de regio moet dienen.

Daar is tot nu toe niet veel van terechtgekomen. Een land waar tientallen moskeegangers en buitenlandse diplomaten bij bomaanslagen worden gedood en waar met de regelmaat van de klok Amerikaanse en Britse militairen in hinderlagen het leven laten, kan moeilijk als resultaat van een succesvolle westerse poging tot democratisering worden beschouwd.

„De beschaafde wereld laat zich niet intimideren”, verklaarde president George W. Bush vorige week na het opblazen van het VN-hoofdkwartier in Bagdad. Diverse internationale hulporganisaties hebben inmiddels wel hun personeel uit Irak teruggetrokken en ook binnen de Verenigde Naties gingen stemmen op om de activiteiten in Irak te staken. De Amerikaanse bewindvoerder in Bagdad, Paul Bremer, wist na inspectie van het verwoeste VN-gebouw zelfs te vertellen dat „wij hier geen chaos hebben.”

De gemiddelde Irakees denkt daar bepaald anders over. Weliswaar zijn de beruchte martelkamers nu gesloten en valt de ene na de andere handlanger van Saddam Hussein in handen van de geallieerde troepenmacht. Maar verder verkeert het land nog altijd in staat van oorlog. Dagelijks klinken in Bagdad en andere Iraakse steden explosies en geweervuur. Schietgrage Amerikaanse soldaten scheuren in pantserwagens door de stad en houden razzia’s in woonwijken.

In plaatsen waar de coalitiestrijdkrachten niet aanwezig zijn, heerst complete anarchie. Rivaliserende islamitische groepen staan elkaar naar het leven, zoals vrijdag weer bleek bij de bloedige aanslag op de sjiitische moskee van Najaf. Gewapende bendes plegen op klaarlichte dag overvallen op konvooien en burgers. Op de snelweg tussen Bagdad en de Jordaanse hoofdstad Amman heerst de wet van de kalasjnikov. Gangsters in snelle auto’s houden willekeurig voertuigen aan om torenhoge ’belastingen’ te innen - cash en in dollars.

Waar de Iraakse bevolking zich echter de meeste zorgen om maakt, is het gebrek aan basisvoorzieningen. In de meeste Iraakse steden is slechts af en toe elektriciteit. Telefoonverbindingen zijn er al niet veel beter aan toe, evenmin als de kwaliteit van het drinkwater. In het land met de grootste aardoliereserves ter wereld, staan automobilisten uren in de rij voor tankstations en zijn zij gedwongen woekerprijzen voor een liter brandstof te betalen.

Het ontlokt de Irakezen niet zelden de verzuchting dat „we onder Saddam tenminste water en stroom hadden” en „dat er misschien gewoon een dictator voor nodig is om voor rust en vrede in het land te zorgen.”

Hoezeer het heimelijke terugverlangen naar de stabiliteit onder het oude regime ook misplaatst is, het geeft wel aan dat er van stabiliteit in Irak, laat staan van deugdelijke wederopbouw, nog bitter weinig is terechtgekomen. Hoewel de geallieerde strijdmacht de militaire overwinning heeft behaald en Saddam en de zijnen -voorlopig- heeft verdreven, lijken de plannen voor de naoorlogse periode door de vele explosies aan stukken gescheurd.

Het begon al met de verkeerde verwachting van Washington en Londen dat de Irakezen hun ’bevrijders’ juichend zouden binnenhalen, stelde de Amerikaanse Republikeinse senator Richard Lugar deze week in het Duitse weekblad Der Spiegel. „Diegenen die op dansende menigten hoopten, moesten slechts de indruk wegnemen dat we ons na de overwinning in een vijandige omgeving zouden bevinden. Ik heb nooit veel met die optimistische veronderstelling opgehad en daarom heb ik steeds kanttekeningen geplaatst bij het hele planningsproces in het Pentagon.”

Volgens Lugar was de militaire operatie tegen Irak goed voorbereid, maar waren de plannen voor de bezettingstijd „eenvoudigweg ontoereikend.” „Als de Verenigde Staten zich in een situatie zoals in Irak begeven, dan moet het duidelijk zijn dat we behalve troepen ook krachten nodig hebben die nadien het bestuur ter hand nemen en de bestuurbaarheid van het land garanderen. Daar waren we niet op voorbereid.”

De Amerikaanse politicus voorziet dat de VS zich nog zeker vijf jaar intensief met Irak zullen moeten bemoeien. Voorlopig zal de belangrijkste opgave zijn het verhogen van het welzijn van de Iraakse bevolking - met internationale hulp. „We moeten ons bezighouden met werk, handel en betrouwbare elektriciteitsvoorziening - niet alleen met de jacht op mensen en de verliezen die we daarbij lijden.”

Vooralsnog hebben de Amerikaanse troepen genoeg te stellen met het handhaven van de openbare orde en van hun eigen veiligheid. Daardoor dreigt een neerwaartse spiraal te ontstaan. Door het gebrek aan voorzieningen nemen de haat en het geweld jegens de westerse „indringers” toe, waardoor de geallieerden nog minder aan het behartigen van civiele zaken toekomen.

Radicale terreurorganisaties als de Koerdische Ansar al-Islam, het al-Qaida-netwerk van Osama bin Laden, Saddam-getrouwen en diverse andere vage bewegingen buiten de toenemende chaos maar al te graag uit. Hoewel hun ideologische en praktische doelstellingen vóór de oorlog in Irak ver uiteenliepen, lijkt het er steeds meer op dat zij nu de handen ineenslaan om een gezamenlijk front tegen de bezetters te vormen.

Een van de gemeenschappelijke drijfveren om tegen de Amerikanen ten strijde te trekken is gelegen in de historische positie die Irak voor moslims inneemt. Vijfhonderd jaar lang was Bagdad -als zetel van de kalief- het centrum van de islamitische wereld. Voor sjiieten is de Iraakse stad Karbala nog altijd een van de belangrijkste heiligdommen. De bezetting van dit mohammedaanse grondgebied vormt voor hen een bijna existentieel affront aan het adres van de islam. De reactie die een dergelijke belediging oproept zou wel eens veel sterker kunnen blijken dan de tanks van Saddam Hussein.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer