Buitenland

Moslimvrouw overleefde massaverbranding Serviërs

Een Bosnische moslimvrouw, voor haar eigen bescherming aangeduid als B-1054, heeft vrijdag tijdens het Milosevic-proces verteld hoe zij in juni 1992 een massaverbranding van tientallen moslims in Visegrad overleefde.

Buitenlandredactie
29 August 2003 23:06Gewijzigd op 14 November 2020 00:31

In het Oost-Bosnische Visegrad grepen Serviërs in het voorjaar van 1992 de macht. De plaatselijke moslims werden vernederd, beroofd en voor een deel vermoord. Zo werd B-1054 gedwongen zich helemaal uit te kleden voor Servische mannen. Vervolgens werd zij met naar schatting zo’n zeventig andere moslims opgesloten in een huis.

De Servische paramilitairen doordrenkten het tapijt met een brandbare vloeistof en staken het in brand. „Ik hoorde kinderen en vrouwen schreeuwen. Er zat een twee dagen oude baby tussen”, aldus B-1054.

Zij slaagde erin haar dertien jaar oude zoon door een raam te duwen. Even daarna ontsnapte zij ook, met verwondingen aan arm en been, maar in de chaos raakte zij haar zoon kwijt. Terwijl zij de gevangen moslims hoorde schreeuwen, hield zij zich drie dagen en nachten verborgen in een rioleringskanaal. In het ziekenhuis werd later vastgesteld dat haar verwondingen vol wormen zaten.

Pas vijf jaar later zag B-1054 haar inmiddels 18 jaar oude zoon terug. Beiden hadden niet van elkaar geweten dat zij de slachting hadden overleefd.

Milosevic zei dat er volgens hem „niets is waarvoor ik mij zou moeten verdedigen.” Als dat verhaal echt gebeurd was, „had men er in Servië van geweten”, aldus de toenmalige president van Servië vrijdag voor het VN-hof in Den Haag.

De president van Servië en Montenegro, Svetozar Marovic, heeft vrijdag bij aanvang van een tweedaagse Balkan-top in Ohrid in Macedonië gezegd dat Servië en de etnische Albanezen in Kosovo zo snel mogelijk met elkaar moeten gaan praten om het eens te worden over de toekomstige status van Kosovo. Die status staat op de agenda sinds het Servische parlement woensdag een resolutie aannam waarin Kosovo een „integraal onderdeel” van Servië wordt genoemd. Etnische Albanezen, die in Kosovo de meerderheid vormen, reageerden furieus. De spanning in Kosovo is de laatste tijd opgelopen en met de resolutie lijkt Servië olie op het vuur te gooien. Marovic wil escalatie voorkomen: „Het is geen tijd voor oorlog, maar voor het bevorderen van de vrede”.

De premier van Albanië, Fatos Nano, uitte vrijdag in Tirana ook kritiek op de Servische resolutie, die volgens Servië slechts bedoeld is als uitgangspunt voor toekomstige onderhandelingen. De resolutie houdt geen rekening met de wensen van de bevolking, zei Nano, die er meteen bij zei dat hij niet streeft naar een ’Groot-Albanië’.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer