Staatssecretaris Knapen gebruikt religieuze clubs als dat nuttig is
DEN HAAG – Waar dat effectief is, maakt het kabinet gebruik van religieuze organisaties in ontwikkelingslanden om zijn beleid op het gebied van seksuele gezondheid en rechten uit te voeren.
Dat heeft staatssecretaris Knapen (Ontwikkelingssamenwerking) woensdag in een Kamerdebat gezegd tegen CDA-Kamerlid Ferrier. Zij wees de bewindsman erop dat religieuze leiders en organisaties „als geen ander” in staat zijn een grote rol te spelen in discussies over gezinsplanning en veilige seks.
Knapen stelde dat het kabinet „betrekkelijk opportunistisch” omgaat met religieuze organisaties. „Wij maken gebruik van datgene wat het makkelijkst effect sorteert.
In sommige landen zijn dat religieuze organisaties, in andere landen weer niet. Het is niet ons doel die organisaties aan de gang te houden, maar om onze doelen te bereiken.”
Zijn hervorming van het ontwikkelingsbeleid kan rekenenen op brede steun in het parlement, kon Knapen gisteren na afloop van het debat concluderen. Hij heeft het aantal landen waaraan Nederland hulp verstrekt, teruggebracht van 33 naar 15.
De activiteiten richten zich op vier speerpunten: water, seksuele gezondheid en rechten, voedselzekerheid en veiligheid en rechtsorde. Andere programma’s, bijvoorbeeld voor onderwijs en zorg, worden afgebouwd.
De Kamer ging eerder al akkoord met de aanpak van de speerpunten water en voedselzekerheid; gisteren bleek dat staatssecretaris Knapen ook verder kan met de speerpunten seksuele gezondheid en rechten en veiligheid en rechtsorde.