„Politiewet verdient geen schoonheidsprijs”
DEN HAAG – De Eerste Kamer gaat minister Ivo Opstelten (Veiligheid) niet unaniem de schoonheidsprijs geven voor de procedure om te komen tot een Nationale Politie, zo leek maandag halverwege het debat over de nieuwe politiewet. Dat hij nog in zo’n laat stadium met aanpassingen is gekomen, nadat zijn wetsvoorstel al door de Tweede Kamer werd aanvaard, riep kritische noten op. Verder is er toch nog wel zorg, vooral over het lokale gezicht van de politie in de toekomst.
De aanpassingen worden pas aangebracht nadat de Eerste Kamer akkoord is gegaan met de Nationale Politie en moeten het hele politieke traject weer door. De PvdA en D66 vinden het niet in de haak. D66 denkt dat het met de verkiezingen van 12 september te maken heeft dat er op deze wijze haast wordt gemaakt. „Maar de druk om te trein niet tot stilstand te brengen, wordt door ons allen gevoeld”, aldus Thom de Graaf van D66. De SGP had liever gezien dat het anders was gegaan ‘als we alle tijd van de wereld hadden gehad’.
De Senaat leek eerder bang dat de Nationale Politie te eigenmachtig zou worden. Opstelten gaf daarop alsnog zijn eigen zeggenschap over de politie sterker aan, kende parlement en lokaal bestuur iets meer invloed toe en formuleerde de positie van de korpschefs scherper.