Nijlpaardpopulatie sterk afgenomen
De nijlpaardpopulatie in het nationale park Virunga in Oost-Congo, ooit de grootste ter wereld, is door burgeroorlog en stroperij met 95 procent afgenomen. Het Wereld Natuur Fonds (WNF) heeft dit vandaag bekendgemaakt.
Uit onderzoek van het WNF en lokale natuurbeschermingsorganisaties is gebleken dat in het park nog maar ongeveer 1300 nijlpaarden over zijn van de 29.000 die er ooit leefden.
De kans bestaat dat er binnenkort geen nijlpaarden meer zijn, „tenzij de handel nauwlettend wordt gecontroleerd en het stropen wordt gestopt”, zei Susan Lieberman van het WNF. Volgens haar zijn er gewapende bendes actief die nijlpaarden doden voor hun vlees en tanden.
Het WNF stelt dat het geleidelijke verdwijnen van het nijlpaard de voedselketen heeft verstoord. De uitwerpselen van nijlpaarden zijn belangrijk voedsel voor allerlei vissen, waarvan er nu ook veel minder zijn. Slachtoffer daarvan zijn zeker 20.000 mensen die rond Lake Edward wonen en van vis leven.
Er zijn nog meer schadelijke gevolgen. Nijlpaarden eten gemiddeld 60 kilo gras per dag en zorgen er zo voor dat de oevers van rivieren en meren toegankelijk blijven voor andere dieren, aldus het WNF.
Virunga is het oudste wildpark in Congo. Het werd gevestigd in 1929 en strekt van Lake Albert in het noorden, via Lake Edward tot aan Lake Kivu. Het park werd in eerste instantie gecreëerd ter bescherming van berggorilla’s.
Verder naar het zuiden, aan de noordpunt van Lake Tanganyika op de grens tussen Congo en Burundi, worden de grote nijlpaardenkudden in de moerasgebieden bedreigd door Burundese rebellen en regeringsmilitairen. De eersten doden ze om aan voedsel voor zichzelf te komen, de laatsten vanwege de nijlpaardbiefstuk die in luxe restaurants in de hoofdstad Bujumbura op het menu staat.