Driekwart van de vluchtelingen zijn vrouwen en kinderen. De christelijke hulporganisatie World Vision helpt de lokale autoriteiten met noodhulp en onder meer het opzetten van veilige speelplaatsen voor de duizenden kinderen.

In Jordanië is het aantal vluchtelingen –zowel moslims als christenen– een veelvoud van die in Libanon. Het zou gaan om 122.000 Syriërs, aldus minister van Buitenlandse Zaken Nasser Judeh. Lokale evangelische kerken, rooms-katholieken en Canadese mennonieten hebben programma’s opgestart om onderdak te bieden. Ze zorgen voor medicijnen en schoolspullen voor de duizenden families. Ook bij de grens van Turkije zijn vluchtelingenkampen ingericht.

Vorige week berichtte onze in Damascus woonachtige correspondent Martin Janssen al dat het totaal uit de hand loopt in Syrië. Van de 80.000 christenen in Homs zijn er nog maar 500 over. Janssen is inmiddels uit Damascus vertrokken, nadat hij persoonlijk was bedreigd.

Christenen worden massaal uit hun huizen verjaagd als gevolgd van de strijd tussen de rebellen en het Syrische leger. Ontvoeringen en verkrachtingen zouden inmiddels ook onderdeel zijn van wat de Verenigde Naties officieel een burgeroorlog hebben genoemd. Kerkelijke autoriteiten vrezen voor het lot van 10.000 christenen die rond de stad Qusair wonen.

Christelijke en andere religieuze leiders vinden dat er alles aan gedaan moet worden om te voorkomen dat het land in een complete burgeroorlog verzeild raakt. De christelijke leiders wijzen onder meer op het Irakscenario, waarbij moslims elkaar bevechten. Syrië heeft een meerderheid van soennitische moslims, maar de minderheid van alevieten heeft de macht. Christenen maken ongeveer 10 procent van de bevolking uit en 2 procent zijn druzen.

Half mei kwam een groep van druzen, moslims en christenen in de Egyptische hoofdstad Caïro samen. Daar bespraken ze opties voor een wisseling van de wacht om te komen tot een democratische oplossing in hun land. Zaterdag is er in Genève weer een groot VN-overleg over Syrië.