Jargon
„Conservatoir beslag met sequestratie op verzoek van requirante en ten laste van gerequireerde.” Welja, gaan we stoer doen? Met moeilijke woorden zeker het ambt wat proberen op te vijzelen. Nou, stiekem maken ook deurwaarders zich daar een beetje schuldig aan. Maar toch, niet-alledaags taalgebruik, er is in deurwaardersland geen ontkomen aan.
De officiële stukken van een gerechtsdeurwaarder zijn authentieke akten. Dat wil zeggen dat deze documenten wettelijk tegen een ieder dwingend bewijs opleveren. Wie ook zulke akten maken? De notaris bijvoorbeeld. Of de ambtenaar van de burgerlijke stand. Wat zij en wij opschrijven en met de handtekening bezegelen, dat is waar. Het luistert daarom nauw welke woorden worden gebruikt.
In onze beroepsorganisatie heeft laatst een commissie de harp aan de wilgen gehangen. Haar opdracht was om te proberen de officiële stukken (de zogenaamde exploten) te herschrijven in beter leesbare en begrijpelijker taal. Voor zeg maar het niveau van iedereen die alleen de basisschool heeft afgerond. Uit een test met mbo-studenten was namelijk gebleken dat zelfs zij de stukken zoals die er nu uitzien inhoudelijk vrijwel niet begrijpen.
Woorden vereenvoudigen en zinnen simpeler maken – de commissieleden kregen het niet goed voor elkaar. En waarom konden ze hun doel niet bereiken? Omdat ze met hun vingers van de wet af moesten blijven. De exploten moeten naadloos bij de wettelijke bepalingen aansluiten, en dan ontkom je er niet aan om ook voor een belangrijk deel dezelfde taal te gebruiken. Een advocaat mag er geen bres in kunnen schieten. Ze moeten dus eerst in Den Haag de potloden slijpen en de gum tevoorschijn halen. Maar die kans is te verwaarlozen; ’t wordt alleen maar erger. Daarom is er voorlopig een bekende koe van stal gehaald: de bijsluiter. Een lapmiddel, maar beter iets dan niets.
Overigens, welke beroepsuitoefenaar kan met zijn of haar vinger naar de deurwaarder wijzen? Respons gaafmaken, zegt een CBS-onderzoeker. En hij controleert ontvangen formulieren op fouten. Een ambulance die uitrukt voor een B-rit? Soort ziekentaxi. Een militair dan. Die heeft zijn lupa in zijn liboza. Oftewel, zijn lunchpakket zit in zijn linkerborstzak. Een vrouw die bezig is door te slaan? Huisvlijt, want ze rijgt met draad tekens op een patroon. En als twee ict’ers met elkaar praten, lijken ze wel van een andere planeet te komen.
Bijbellezers in de deurwaarderij hebben een streepje voor. De juridische vaktaal en de taal van de Bijbel hebben raakvlakken. Al groeit helaas inhoudelijk de kloof tussen de Wet en de wetten.