Rubriek dr. H. J. Selderhuis: Hoofd van de Engelse Kerk
Het zestigjarig ambtsjubileum van koningin Elizabeth II, dat onlangs dagenlang en op onvoorstelbaar uitbundige en veelzijdige wijze werd gevierd, bracht weer eens de bijzondere situatie van kerk en staat in Engeland in beeld.
Tijdens het grootse openluchtconcert dat de koningin werd aangeboden zat vlak in haar buurt de aartsbisschop van Canterbury, Rowan Williams. De dag erna hield Williams haar het Woord voor in een herdenkingsdienst die ook bij het feest hoorde – hoewel Elizabeth toch het hoofd van de Engelse Kerk is.
Dat Elizabeth hoofd van de Church of England is, heeft zij te danken (of: is te wijten?) aan haar voorvader Hendrik VIII (1491-1547). In zijn boek over de geschiedenis van het Britse wereldrijk begint de Duitse historicus Peter Wende dan ook bij deze bijzondere vorst. Hendrik VIII was een van de eersten die zich inzetten voor een sterke vloot (”Britannia, rule the waves”), maar hij was ook degene die verantwoordelijk was voor de geheel eigen positie die Engeland in het wereldgebeuren zou innemen. Wende wijst op het feit dat Hendrik VIII wilde scheiden van Catharina van Aragon om een andere vrouw te kunnen trouwen. De Rooms-Katholieke Kerk verbood dit en daarom begon Hendrik VIII maar een eigen kerk, los van Rome, maar wel volgens rooms-katholieke structuur met de koning als hoofd.
Luther
Deze huwelijkskwestie heeft geschiedenis gemaakt als geen andere. In de bundel ”Venus und Vulcanus” waarin huwelijksconflicten in de vroegmoderne tijd worden beschreven, wijst de Duitse historica Siegrid Westphal erop dat Luther met deze echtscheiding en het daarop volgende hertrouwen van de Engelse koning instemde. Dit kwam hem op stevige kritiek te staan; de indruk bestond dat de reformator eerder kerkpolitieke dan Bijbelse motieven voor zijn opstelling had. Carter Lindberg, emeritus hoogleraar aan Boston University, windt er in zijn overzicht van de Reformatie dan ook geen doekjes om: de breuk die Hendrik VIII met Rome forceerde had geen theologische achtergrond, maar was politiek en persoonlijk.
Lindberg beschrijft uitvoerig hoe het daarna in Engeland verder ging en hoe Hendrik de Act of Supremacy uitvaardigde, waarmee hij zich tot hoofd van de kerk liet verklaren en absolute gehoorzaamheid van alle geestelijken eiste.
Het is toch wel apart dat Elizabeth, die zelf meer dan zestig jaar met dezelfde man getrouwd is, haar kerkelijke positie te danken heeft aan de wel zeer losse huwelijkspraktijk van haar voorganger, die in totaal zes vrouwen heeft gehad en zich van vijf ervan ontdeed.
Robert Barnes
Een van de vele slachtoffers van de politiek van Hendrik VIII was de Engelse hervormer Robert Barnes (1495-1540), die op 30 juli 1540 werd verbrand omdat hij zich tegen de koning verzette. Het was vooral Barnes geweest die ervoor had gezorgd dat de opvattingen van Luther in Engeland ingang kregen. En hij had nota bene de Lutherse steun voor Hendriks echtscheiding en hertrouwen georganiseerd.
Katharina Beiergrösslein, van het stadsarchief in Stuttgart, beschrijft in haar dissertatie hoe Barnes de communicatie tussen het Schmalkaldisch Verbond (een organisatie van Duitse, protestantse vorsten) en Engeland verzorgde. Barnes was in Wittenberg geweest en had met Luther kennisgemaakt en diens theologie naar de overkant van het Kanaal gebracht. Hendrik wilde wel Luthers steun voor zijn huwelijkspolitiek, maar accepteerde diens theologie alleen voor zover het hem uitkwam. Hij vaardigde besluiten uit die de rooms-katholieke dogma’s met betrekking tot onder meer het celibaat en de transsubstantiatie bevestigden.
Barnes bleef Luther echter trouw en werd daarom gedood. Een verbinding tussen Engeland en Schmalkalden kwam daarom niet tot stand en dat deed de zaak van de Reformatie op het vasteland geen goed.
In Engeland ging het wat dat betreft beter toen er protestantse vorsten op de troon kwamen. Detailstudies over de ingang van de Reformatie in Engeland zijn opgenomen in een bundel die onder redactie stond van de Engelse historici Polly Ha en Patrick Collinson. De auteurs maken duidelijk hoe diep het gedachtegoed van Luther, Zwingli, Bucer en Calvijn in Engeland doordrong. Het grote belang van Barnes hierbij wordt eveneens genoemd; zijn inbreng staat symbool voor de wisselwerking die er tussen eiland en continent op theologisch gebied is geweest. In Nederland zijn tot op vandaag bijvoorbeeld nog invloeden vanuit het Engelse puritanisme merkbaar.
Na Hendrik VIII ontwikkelde de Engelse Kerk zich langzaamaan in meer protestantse richting, waarbij de kerkstructuur met de vorst als hoofd in stand bleef. Een gevolg daarvan was de invoering van het ”Book of Common Prayer”, het liturgische handboek voor gebruiken, gebeden en gewaden dat bindend aan de kerk werd opgelegd om zo uniformiteit in de liturgie te creëren. De teksten van de edities van 1549, 1559 en 1662 zijn nu in een handzame en goed geprijsde uitgave uitgegeven door Brian Cummings, hoogleraar Engels aan de universiteit van Sussex.
De versie van 1559 riep veel weerstand op bij hen die niet alleen een zuivering van de leer maar ook van de liturgie wensten en om die reden de naam ”puriteinen” kregen.
In de 17e eeuw woedde in Engeland een burgeroorlog, waarna deze puriteinen tijdelijk aan de macht kwamen en het Book of Common Prayer werd verboden. Na de puriteinse nederlaag in 1660 werd dit handboek echter opnieuw verplicht gesteld. De puriteinse predikanten die zich daaraan weigerden te conformeren werden ”non-conformisten” genoemd.
Owen en Baxter
Over twee bekende non-conformisten –John Owen (1616-1683) en Richard Baxter (1615-1691)– schreef Tim Cooper, hoogleraar in Nieuw-Zeeland, een onthullend boek. Dat Owen en Baxter zich samen tegen de koninklijke kerkpolitieke heerszucht verzetten was mooi; dat ze beiden zo puriteins was natuurlijk ook mooi; maar dat ze elkaar niet mochten en ze onderling veel onenigheid hadden, was helemaal niet mooi. Volgens Cooper werkte het ook negatief uit op het puritanisme als zodanig. Persoonlijke conflicten tussen Owen en Baxter frustreerden hun kerkelijke bezig zijn, zoals dat zo vaak het geval was en is. Dat het puritanisme toch met zegen heeft kunnen doorwerken, lag dus niet zozeer aan deze ‘helden’, die in het persoonlijke zo kunnen tegenvallen, maar aan het feit dat het eigenlijke Hoofd van de Engelse Kerk niet Elizabeth II is en dat het evenmin een van haar voorgangers was.
Boekgegevens
”Das Britische Empire. Geschichte eines Weltreichs”, door Peter Wende; uitg. C. H. Beck, München; ISBN 978 3 406 62458 2; 367 blz.; € 24,90; ”Venus und Vulcanus. Ehen und Ihre Konflikte in der Frühen Neuzeit”, door Siegrid Westphal, Inken Schmidt-Voges en Anette Baumann; uitg. Oldenbourg, München; ISBN 978 3 486 57912 3; 262 blz.; € 49,80; ”The European Reformations”, door Carter Lindberg; uitg. Wiley-Blackwell, Chichester; ISBN 978 1 4051 8068 9; 454 blz.; $ 34,-; ”The Reception of Continental Reformation in Britain”, door Polly Ha & Patrick Collinson (red.); uitg. Oxford University Press, Oxford; ISBN 978 0 19 726468 3; 250 blz.; $ 84,-; ”The Book of Common Prayer”, door Brian Cummings (red.); uitg. Oxford University Press, Oxford; ISBN 978 0 19 920717 6; 820 blz.; £ 16,99; ”John Owen, Richard Baxter and the Formation of Nonconformity”, door Tim Cooper; uitg. Ashgate, Aldershot; ISBN 978 0 7546 6361 4; 344 blz.; £ 70,-.