Muziek

Papendrechtse krijgt na vijftig jaar alsnog benoeming tot organist

Al meer dan vijftig jaar bespeelt ze zondags het orgel in de Grote Kerk in Papendrecht. Maar een formele benoeming heeft Dicky Goudriaan-Besemer nooit ontvangen. Die nalatigheid is deze maand rechtgezet.

A. M. Alblas
25 June 2012 21:52Gewijzigd op 14 November 2020 21:48
Dicky Goudriaan-Besemer is al vijftig jaar organist in de hervormde gemeente van Papendrecht. Foto RD
Dicky Goudriaan-Besemer is al vijftig jaar organist in de hervormde gemeente van Papendrecht. Foto RD

Tijdens een feestelijke bijeenkomst ter gelegenheid van haar jubileum kreeg de organiste alsnog een aanstellingsbrief overhandigd. Serieuzer was de hoogste onderscheiding van de Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer (VKB) die de organiste ontving: een oorkonde en het draaginsigne in goud met briljant.

In de muzikale vorming van kinderen spelen ouders een belangrijke rol, zegt Goudriaan. „Mijn vader en moeder stuurden mij als meisje van 9 jaar naar orgelles. Daar ben ik hen nóg dankbaar voor.” Als tiener werd ze leerling van Jan Koppenol, destijds organist van de Grote Kerk in Papendrecht. Ze herinnert zich hem als een vakbekwaam en fijnbesnaard kerkorganist. Tijdens de orgelconcerten die Koppenol gaf mochten zijn leerlingen registreren. „Het was een mooie tijd waarin ik veel geleerd heb, op muzikaal gebied maar ook als mens.” Koppenol stoomde de jonge Papendrechtse klaar voor het getuigschrift kerkelijk orgelspel van de Nederlandse Organistenvereniging (NOV). Daarvoor deed ze examen in de Nicolaïkerk in Utrecht. Cor Kee, Han Hoogewoud en W. P. Verheul ondertekenden het diploma.

De eerste erediensten speelde ze op zondagmiddag op een harmonium in de aula van een schooltje. „Die bijeenkomsten dienden als overbrugging naar een nieuwe wijkgemeente. Ik verving toen het hoofd van de school.” Bij de eerste rouwdienst die Goudriaan begeleidde, kwam het verzoek Bachs bewerking van ”Wachet auf” te spelen. „Dat betekende vier dagen hard werken.”

Behalve van Koppenol, die slechts 45 jaar is geworden, kreeg Goudriaan les van Gert Hubers uit Papendrecht, Cor Visser (organist van de Grote Kerk in Dordrecht) en Henk Klop uit Hardinxveld-Giessendam. Inmiddels komt ze al jaren bij Jan J. van den Berg, voorheen organist van de Nieuwe Kerk in Delft. „Wat me in hem aantrok, was de authentieke manier van spelen, het mystieke van zijn koraalbewerkingen en de manier waarop hij Bach vertolkte. Van den Berg heeft mij muziek aangereikt en mij die leren begrijpen.” Nog altijd gaat de Papendrechtse van tijd tot tijd naar Delft. In 2008 stimuleerde Van den Berg haar mee te doen aan het eerste Adriaan C. Schuurman Orgelconcours in Schiedam. Behalve werk van Bach speelde Goudriaan daar Psalm 73 van Schuurman en Van den Bergs bewerking over Psalm 126.

Voorafgaand aan de zondagse eredienst speelt de organiste graag Bach of iets anders uit de orgelliteratuur. „Van Koppenol en Van den Berg heb ik geleerd om ”op de tekst” te spelen. Er is verschil tussen Psalm 150, een loflied, of een gebed als Psalm 6. Psalm 103 begint met: „Loof, loof den Heer, mijn ziel, met alle krachten.” Dat speel ik anders dan het verlangende „Och, of nu al wat in mij is Hem prees!” daarna. De muziek dient de inhoud. In de eredienst zijn orgel, organist en muziek dienstbaar aan de gemeentezang en uiteindelijk bedoeld tot eer van God.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer