Rousseau en de schijnwereld van Facebook
Zelfontplooiing, authenticiteit en echtheid. Het zijn sleutelwoorden van Jean-Jacques Rousseau die grote invloed hebben gehad op onderwijs en opvoeding. Maar die zelfontplooiing is ontaard in de schijnwereld van Facebook en de geregisseerde echtheid in ”Boer zoekt vrouw”, stelt de Nederlandse filosoof Maarten Doorman.
Tonen wie je bent – dat is het hart van Rousseaus filosofie. Filosoof Doorman gaat in zijn boek ”Rousseau en ik” vooral in op de culturele doorwerking van diens gedachtegoed. De eerste zinnen van Rousseaus ”Bekentenissen” luidden: „Ik wil aan mijn medemensen een mens laten zien zoals hij werkelijk is en die mens, dat ben ik zelf.”
Het natuurlijke was voor Rousseau oorspronkelijk, goed en echt. Beschaving, regels en aristocratie hebben de mens echter verkeerd gemaakt. Sinds de mens een sociaal leven is gaan leiden, houdt hij de (on)geschreven regels van het sociale verkeer voor de deugd zelf. Het is een leven in onoprechtheid, maskerade en vervreemding van zichzelf. De natuurmens bij Rousseau symboliseert niet alleen een nostalgische hang naar een ongecompliceerd verleden en een rustig leven dicht bij de natuur, maar is vooral een oproep tot authenticiteit.
Het beste uit jezelf halen
Het heeft allemaal een desastreuze invloed gehad op deze tijd, constateert Doorman. In het onderwijs hoeft niet meer geleerd te worden: je moet jezelf ontplooien, het beste uit jezelf halen. Regels zijn taboe, evenals dwang of uit het hoofd leren. Al deze zaken zouden het spontane leerproces frustreren.
In de politiek gaat het niet om argumenten of om inhoudelijke meningsverschillen, maar om authenticiteit en persoonlijke geloofwaardigheid van politici. De moordende behoefte aan authenticiteit heeft een leger aan mediatrainers en spindoctors gebaard. „Liever een goede kapper dan een goede gedachte.” Voelbare overtuiging is belangrijker dan een goed argument of deskundigheid. Vandaar de paradox weer: de mateloze behoefte aan authenticiteit produceert een wereld van kunstmatigheid, berekend vertoon van eerlijkheid en spontaniteit.
Rousseaus ”Bekentenissen” laten volgens Doorman een obsessie zien met onze eigen identiteit, jezelf zo oprecht mogelijk onder ogen zien. Roussaus inzicht komt niet uit de lucht vallen, maar is al voorbereid door Augustinus en Descartes, evenwel vanuit totaal verschillende invalshoeken, zo betoogt Doorman. Bij Descartes staat het eigen ik centraal, fundament van alle zekerheid en wetenschap. Augustinus’ ”Belijdenissen” is geen Bildungsroman zoals het boek van Rousseau, maar heeft de gedaante van een gebed, een biecht en een preek.
Toch vind je volgens Doorman in beide boeken een onophoudelijk opbiechten en behoefte aan zelfrechtvaardiging. Alleen is de theologie van Augustinus bij Rousseau antropologie en psychologie geworden. Beide boeken roepen op tot inkeer, maar dat van Rousseau roept God niet meer aan, maar de ander in onszelf. Hij richt zich niet, zoals Augustinus, op het verwerven van een plaats in de hemel, maar mikt op het bestaan in deze wereld, in het hier en nu.
Psychologie
Tijdens zijn afscheid deze maand als decaan sociale wetenschappen aan de Universiteit Utrecht zocht de psycholoog prof. Willem Koops het midden tussen Augustinus en Rousseau. Hij constateerde dat Rousseau de titel van Augustinus’ ”Confessiones” overnam, maar het christelijk dogma van zonde en genade liet verdwijnen. „Vanaf Rousseau is de theologie van de ”Confessiones” van Augustinus veranderd in de psychologie van het individu”, zo betoogde hij in het afscheidscollege ”Bekentenissen van een decaan”.
Het dubbele bij Rousseau is volgens Doorman dat hij enerzijds waarschuwt voor het lezen van boeken, en meer in het algemeen voor de cultuur; anderzijds participeert hij zelf in de cultuur en heeft deze nodig om zichzelf te promoten. Neem internet en de zogenaamde vrienden op Facebook. Allerlei middelen worden volgens Doorman ingezet om een persoonlijke band, spontaniteit en intimiteit te suggereren, net als op Twitter en in sms-taal. Men uit zich met smileys, heeft behoefte aan het onophoudelijk ventileren van emoties en de opzettelijke foute spelling in al deze berichten weerspiegelen een wantrouwen jegens de regels van de taal. Dat alles roept verwantschap op met Rousseaus scepsis jegens taal, schools conformisme, beleefdheidsfrasen, boeken en rationele betogen.
Rousseaus opvattingen hebben desastreus doorgewerkt in het onderwijs: alles is gericht op persoonlijke groei, lifestyle en persoonlijk geluk. Al sinds de romantiek zijn verschillende pedagogen in de weer met de verbetering van het onderwijs in de geest van dRousseau, zoals Pestalozzi, Fröbel, Montessori en Kees Boeke. De stof moest niet voorgekauwd worden maar kinderen moeten die zelf ontdekken, niet opgelegd door iemand die ‘frontaal’ voor de klas stond, maar vanuit hun eigen authentieke beleving. Doorman beluistert in de talloze vernieuwingspogingen uit het onderwijs totalitaire boventonen uit Rousseaus opvoedingsklassieker ”Émile”. „Onder het mom van grote individuele vrijheid, waarin je kunt zijn wie je werkelijk bent, wordt precies die vrijheid van het ik gemanipuleerd.”
Narigheid
Frits Bolkestein noemde Rousseau „de romantische intellectueel waarmee alle narigheid is begonnen.” Hij verwees naar diens omstreden opvattingen over onderwijs en opvoeding en omgang, waar kinderen zelf alles intuïtief moesten ontdekken, los van het leren uit boeken. Niet het denken, maar het gevoel staat centraal. Doorman zoekt tegenover Rousseaus negatieve invloed de oplossing in de lange, hoogwaardige tradities, de kwaliteit van het geleerde. Het is echter de grote vraag of met vorming en traditie het probleem van geestelijke uitholling en devaluering van de kennis is opgelost. De kern van Rousseaus opvatting is het pleidooi voor het vrije, natuurlijke leven dat God alleen nodig heeft zolang dit niet in strijd is met zijn eigen vrijheid. Zijn kritiek op de verlichting is scherp en ter zake, maar zijn romantisch verlangen naar authenticiteit blijft evenzeer in het subject gevangen als bij de rationalistische aanhanger van de verlichting. Rousseaus ideeën over vrijheid en zelfontplooiing laten zien welke invloed hij heeft uitgeoefend op onder meer de culturele revolutie in de jaren zestig en de huidige belevingscultuur. Het lezen van zijn werk onthult een van de grondtonen van onze cultuur en is daarom nuttig tot het verkrijgen van inzicht in de achtergronden en drijfveren ervan.
Boekgegevens
Rousseau en ik. Over de erfzonde van de authenticiteit, Maarten Doorman, uitg. Bert Bakker, Amsterdam, 2012; ISBN 97 8903 5137 639; 140 blz.; € 15,-.
Rousseauherdenkingen
Deze week is het 300 jaar geleden dat de Franse filosoof Jean-Jacques Rousseau (1712-1778) werd geboren. De meeste Rousseauherdenkingen worden rond deze datum in Parijs gehouden, waar hij is begraven, en in zijn geboorteplaats Genève. Rousseau kreeg eind vorig jaar de eretitel van Internationale Spinozalens toegekend op grond van zijn theorie over de democratie. Ter gelegenheid van deze toekenning is dit jaar aan Rousseau een lesbrief gewijd, die wordt verspreid onder meer onder ruim 10.000 havo- en vwo-leerlingen in heel Nederland. Andere initiatieven zijn de verschijning van de jubileumeditie ”Émile” bij uitgeverij Boom in het najaar. Er vinden bijeenkomsten rond Rousseau plaats in De Rode Hoed en in Maison Descartes (beide in Amsterdam) en op de Internationale School voor Wijsbegeerte (Soest). In Amersfoort wordt de opera ”De waarzegger van het dorp”, geschreven door Rousseau, opgevoerd.