Kerk & religie

In Pass Valley begon ds. Kuijt met zending onder Papoea’s (met fotoserie)

In de ‘passeervallei’ begon het allemaal. In 1963 arriveerde ds. Kuijt, zendingspredikant van de Gereformeerde Gemeenten, in Abenaho. Tegenwoordig wonen er in het dorp geen zendelingen meer. Wel is er een christelijke gemeente.

Albert Groothedde
23 June 2012 00:16Gewijzigd op 14 November 2020 21:46
Pass Valley (foto) is de oudste zendingspost van de Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG). Tegenwoordig wonen er in het dorp geen Nederlanders meer. Veel herinnert echter nog aan het verleden. Foto RD
Pass Valley (foto) is de oudste zendingspost van de Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG). Tegenwoordig wonen er in het dorp geen Nederlanders meer. Veel herinnert echter nog aan het verleden. Foto RD

Ds. Gerrit Kuijt, de eerste zendingspredikant van de Gereformeerde Gemeenten, maakte het zichzelf niet gemakkelijk. Daar was hij ook niet op uit. De Katwijker wist zich geroepen het Evangelie onder onbereikte volken te verkondigen. Aan de roepstem van zijn Zender wilde hij gehoorzaam zijn.

Een van die onbereikte volken leefde in de Pass Valley, een dal in het centrale bergland van Papoea. Het werd voor het eerst zo genoemd door Amerikaanse piloten. Zij passeerden de vallei op weg naar Wamena, het bestuurscentrum in de Baliemvallei; tegenwoordig een bruisende stad.

Vogel

Grootse ontwikkelingen waren aan de inwoners van Pass Valley –de lokale bevolking spreekt liever over Abenaho– voorbijgegaan. De wereld hield in hun beleving op bij de Mamberamo, een brede rivier in het noordelijk laagland. De mensen leefden er nog volop in de steentijd; van het Evangelie hadden ze nog nooit gehoord.

Natuurlijk signaleerden zij op een gegeven moment de ”grote vogel”. De eerste paar keer renden de inwoners van Pass Valley angstig hun hut in als er een vliegtuig overkwam. Na verloop van tijd wenden ze eraan en kreeg het moderne vervoersmiddel een cultische functie: het was het vervoersmiddel van de geesten, witte wezens in de buik van de vogel.

Tegenwoordig weten de Papoea’s uit Pass Valley beter. De vrees van weleer heeft plaatsgemaakt voor euforie. Zodra een vliegtuigje zich vertoont aan de horizon, rent jong en oud naar de strip. Met luid gejoel wordt het toestel ontvangen.

Zolang de propeller van de Cessna draait, blijven de dorpelingen gedisciplineerd wachten. Als het toestel zwijgt, dromt de menigte om het vliegtuig heen. Bezoekers worden nieuwsgierig opgenomen.

Bulldozer

Voorheen was de strip, ooit aangelegd door ds. Kuijt, de levensader van de Nederlandse zendelingen die in Pass Valley woonden. Vliegtuigjes van de MAF zorgden ervoor dat goederen en mensen de afgelegen zendingspost bereikten.

Tegenwoordig is de afhankelijkheid van het vliegtuig een stuk minder. De Indonesische overheid tekende voor een weg van Wamena naar Pass Valley. Een rit van zo’n drie uur brengt bezoekers van de centrale Baliemvallei in het dorp.

De weg zorgt in Pass Valley voor de nodige levendigheid. Regelmatig passeert er een gespierde vrachtwagen. In de berm staan een bulldozer en een graafmachine. De machines zijn afgeschreven. Het aanleggen van een verbindingsweg door het oerwoud is geen sinecure.

Met de komst van de weg zijn er ook enkele „gladharen” (Javanen) in Pass Valley neergestreken. Als dorpelingen iets nodig hebben, wenden ze zich tot de slimme handelslui. Gretig omarmt de bevolking de moderne geneugten. Pass Valley wordt langzaam maar zeker opgenomen in de vaart der volkeren.

Bavinck

De sporen van het zendingswerk zijn nog prominent zichtbaar. Zo staat aan de rand van het dorp de Bijbelschool. Al decennialang worden hier (toekomstige) ambtsdragers onderwezen in de gereformeerde leer. Voordat de Theologische Hogeschool (STTR) in Wamena werd geopend, was dit het opleidingsinstituut van de Gereja Jemaat Protestan di Indonesia (GJPI), de kerk die uit het zendingswerk is voorkomen.

Nog steeds volgen enkele tientallen mannen er een theologische opleiding. Met het papiertje van de Bijbelschool op zak kunnen ze een studie starten aan de STTR in Wamena. Anderen gaan na het afronden van de studie aan de slag als evangelist.

Tijdens het bezoek zijn de studenten afwezig. „Ze hebben net een toetsperiode achter de rug”, verklaart een van de docenten. Enthousiast geeft hij de Nederlandse bezoekers een rondleiding.

Een kijkje in de school verraadt grote Nederlandse invloed. In de bibliotheek boeken van onder anderen de theologen Berkouwer en Bavinck. De naam van de school, ”Sekolah Menengah Teologi Kristen C. G. Vreugdenhil”, zegt overigens ook genoeg. Hij is vernoemd naar de oprichter: zendingspredikant ds. C. G. Vreugdenhil.

Een echte ‘gergemschool’ is het overigens niet meer, blijkt desgevraagd. Een deel van het docentenkorps is lid van andere kerken. Op Papoea ligt men er niet wakker van. „Kerkelijke verschillen zijn geïmporteerd door zendelingen. Waarom zouden we als kerken niet samenwerken?”

Zwembad

Opvallend in het dorp zijn de kolossale houten huizen. De gebouwen –ze hebben iets weg van Zwitserse chalets– werden voorheen bewoond door de zendingswerkers die in Pass Valley werkten.

Tegenwoordig staan de huizen leeg. Er woont geen enkele zendeling meer in het dorp waar het in 1964 allemaal begon. Enkele maanden geleden trok Jette Flipse als laatste ZGG’er de deur van haar onderkomen achter zich dicht.

Na het vertrek van de zending is het onroerend goed overgedragen aan de lokale kerk. De leegstand doet de huizen zichtbaar weinig goed. De verf bladert af; ongecontroleerd weelderig groen ruïneert de vriendelijke Hollandse perkjes. Het zwembad bij een van de huizen, ooit een welkome bron van verkoeling, ligt er verlaten bij. Piloten overwegen de poel te dempen om ongelukken te voorkomen.

Pal naast de strip staat het voormalige huis van de familie Vreugdenhil. De zendingspredikant bouwde de woning zelf. Het huis draagt de naam Eben-Haëzer. De spreuk herinnert aan een tijd die was en getuigt van een God die blijft.


Ontmoeting aan de Pion

De ontmoeting staat Jan Nekwek en Somaat Wendikbo nog helder voor de geest. In oktober 1963 stonden de twee plotseling oog in oog met ds. Kuijt. Beiden hadden nimmer een blanke gezien.

De twee vrienden gingen op de bewuste dag met een zelfgemaakte pijl en boog op rattenjacht bij de rivier de Pion. „We wisten wel dat er blanke onderweg was naar Abenaho”, vertelt Jan, „maar dat wij hem die bewuste dag tegen het lijf zouden lopen, hadden we niet verwacht.”

De schrik was dan ook groot toen zij bij de Pion plotseling oog in oog stonden met de zendingspredikant. Jan kan zich nog herinneren dat ds. Kuijt een grote hoed droeg. „Het zag er indrukwekkend uit.”

Toen de zendingspredikant Kuijt de twee jongens ontdekte, begon hij te roepen, herinneren Jan en Somaat zich. Behoefte aan een conversatie met de zendeling hadden de twee echter niet. Schielijk trokken ze zich terug in het oerwoud. „Vluchten deden we niet”, benadrukt Jan. „We hielden ds. Kuijt en zijn gevolg nauwlettend in de gaten.”

Toen ze zagen dat de zendeling de rivier overstak, besloten ze het dorp te waarschuwen. Het bericht dat de blanken zo dicht bij het dorp waren, sloeg in als een bom. De dorpsbewoners sloegen massaal op de vlucht. Velen brachten de nacht door in het oerwoud.

De volgende dag keerden enkele krijgers terug naar het dorp. Van een afstand sloegen ze ds. Kuijt en zijn gevolg gade. De helpers van ds. Kuijt, enkele jongens uit Ilukwa, riepen voortdurend dat de mensen van Pass Valley niet bang hoefden te zijn. „Ze lieten weten dat ze met goede bedoelingen gekomen waren, en een vliegstrip wilden aanleggen.”

Toen duidelijk werd dat ds. Kuijt en zijn helpers geen oorlog wilden, keerden de inwoners van Pass Valley terug naar hun hutten.


Hollandse kerk

Pass Valley krijgt een nieuwe kerk. In het kader van vijftig jaar zending wordt er op de oudste zendingspost van de ZGG een zogeheten jubileumkerk gebouwd.

De gemeenteleden van Pass Valley zijn trots op het nieuwe bouwwerk. Daar is alle reden voor. Het is namelijk niet zomaar een kerk, maar een kerk naar Hollands model. Predikanten die ooit een bezoek brachten aan Nederland tekenden voor het ontwerp.

De ontwerpers hebben in Nederland hun ogen goed de kost gegeven. De kerk krijgt onder meer een toren van 30 meter, glas-in-loodramen, een podium, hardhouten banken, een omkleedruimte voor de predikant, een galerij en niet te vergeten: een gouden haan.

Het is nog onbekend wanneer de kerk klaar is. Het voornemen was om de gebouw in 2013 in gebruik te nemen. Dan is het precies vijftig jaar geleden dat ds. Kuijt arriveerde in Pass Valley. Of dat gaat lukken, lijkt onwaarschijnlijk. De bouw ligt op dit moment stil vanwege geldgebrek. Een probleem lijken de Papoea’s het niet te vinden. Een jubileumdatum is flexibel.

Enkele meters verderop –de kerk is gebouwd op historische grond– steekt een forse kei boven het hoge gras uit. Het is de plaats waar ds. Kuijt de eerste kerkdiensten hield; in de openlucht.

Meer over
Zending
Papoea

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer