„Op de dijk voel ik mij thuis”
Naam: Breezanddijk (gemeente Súdwest-Fryslân)
Aantal inwoners:
2
Bestaat sinds:
Op de zandplaat Breezand in de voormalige Zuiderzee werd voor de aanleg van de Afsluitdijk in 1929 een werkeiland aangelegd. Op het eiland stonden barakken voor de dijkwerkers.
Eerste indruk:
Wie vanuit Noord-Holland op de Afsluitdijk afslag Breezanddijk neemt, ziet recht voor zich een Essotankstation. Rechts is een rommelige camping te zien. Een vierkant van ongeveer 100 bij 100 meter is helemaal volgepropt met een ratjetoe aan stacaravans, schuurtjes en tuinhuisjes. Eromheen rijden kan, totdat er op de parallelweg langs de snelweg een slagboom opduikt. Het bekende blauwe bordje ”Verboden toegang” en een waarschuwingsbordje voor een gevaarlijke herdershond doen de meeste bezoekers stoppen. De nieuwsgierige journalist, die toch verder gaat, krijgt bijna een kwaaie hond aan zijn broek. Het beest wordt net op tijd door zijn baas in z’n nekvel gegrepen.
Bezienswaardigheid:
„Er is hier geen bezienswaardigheid, dat is nu juist zo mooi. Daardoor is het hier heerlijk rustig”, zegt Hajo Kloen (83) uit Drachten, Hij heeft al 49 jaar een stacaravan op camping ”Het Wad”. Het is „zijn lust en zijn leven” om regelmatig naar Breezanddijk te komen. „In de zomer zit ik meer hier dan in Drachten.”
Uniek aan het dorp?
„Waar vind je nu zout en zoet water zo dicht naast elkaar? Nergens, behalve hier. Ideaal voor sportvissers zoals ik.” Vakantieganger Jan uit het Groningse Tolbert zit te vissen, deze keer in het zoete water in het haventje. Niet dat hij iets vangt. Toch geniet hij van het uitzicht en de wind. Last van de voorbijrazende auto’s op de A7 heeft hij niet. „Die hoor je niet meer als je hier al vijftien jaar bivakkeert.”
Zijn inwoners trots op hun dorp?
De baas van de herdershond, G. Roorda, wel. Samen met zijn zoon woont hij aan de andere kant van de haven. Zij zijn de enige vaste inwoners van Breezanddijk. Vader: „Ik zat tijdens de aanleg van de snelweg op een asfaltmolen. Toen de weg klaar was, ben ik hier gebleven.” De Roorda’s genieten van de vrijheid. Vader: „Kijk eens wat een uitzicht. Wie heeft dat?” Zoon: Als ik een paar uur op de vaste wal ben, verlang ik weer naar de dijk. Hier voel ik mij thuis.”
Toekomstperspectief:
De Roorda’s hopen dat Breezanddijk blijft wat het is. „Al die plannen om van de Afsluitdijk een soort pretpark te maken, lopen op niks uit. Dit is een zeedijk, daar moet je niet mee rommelen”, bromt vader Roorda. Zijn zoon: „Maar er is pas wel een elektriciteitskabel aangelegd vanuit Friesland. Daar zal vast wel iemand een bedoeling mee hebben.” De komst van stroom wordt op camping Het Wad” met gemengde gevoelens ontvangen. Kloen: „Het echte, ouderwetse gaat weg. Door de komst van stroom wordt het hier wat luxer en dat trekt meer mensen aan. Van mij hoeft dat niet. Hoe rustiger, hoe beter.”
Dit is de tweede aflevering in een serie over kleine plaatsen.