Hemels verlangen
Hooglied 1:4a
„Trek mij, wij zullen U nalopen!”
Aan dat leven, aan hen in de wedergeboorte geschonken, waardoor zij uit de duisternis getrokken, overgezet zijn in het Koninkrijk van de Zoon van Gods liefde, is het nalopen van de Bruidegom verbonden. Het haasten naar de prijs van Zijn roeping, naar de hemel en de zaligheid. Zij is een heerschappij die Jezus uitoefent over al de Zijnen, als die Hem toebehoren. Het zijn de gegevenen van de Vader. Dat is de heerschappij tot hun reiniging en heiliging, tot hun behoud voor eeuwig, zodat geen macht van de boze vijand, geen kracht van de dood of van de hel hen meer schaden kan. Zij zullen Hem nalopen. Ziet, daarom is het onmogelijk dat zij van achter Jezus kunnen wegblijven. Terwijl zij door Jezus achter Hem getrokken worden, zetten zij hun weg blijmoedig voort. Ze laten zich door Hem, Die hun Herder wil zijn, leiden. Ze begeren zich ootmoedig aan Hem te onderwerpen en gedurig Hem als hun Koning te huldigen. Zij, die Hem zo zullen nalopen, zullen zeker in Zijn heerlijkheid worden geleid, waar zij hun kronen zullen neerwerpen voor Hem. Ze zullen met Hem aanzitten aan de bruiloft des Lams, en daar, dáár zal Hij nog hun Leidsman blijven tot de levende fonteinen der wateren, en zij zullen zich al de dag in Hem, hun Zielsbruidegom, verblijden.
Ds. A. P. A. du Cloux predikant te ’s-Grevelduin-Capelle
(”Twaalftal Leerredenen”, 1889)