Kerk & religie

„Christelijke pedagogiek” vraagt meer bezinning”

„Onze studenten moeten veel sterker leren denken vanuit christelijke pedagogische kaders. De relatie tussen identiteit en onderwijspraktijk verdient grotere aandacht.”

Onderwijsredactie
27 August 2003 09:23Gewijzigd op 14 November 2020 00:31

Vanuit dit uitgangspunt gaat hogeschool De Driestar zich het komende jaar opnieuw bezinnen op haar onderwijsprogramma, zei directielid drs. B. Kalkman gistermiddag tijdens de jaaropening in de Goudse Sint-Jan.

De Driestar begint dit jaar met 1003 voltijd- en 80 deeltijd-pabo-studenten. Het aantal eerstejaars is 269 voltijd (vorig jaar 238) en 50 in deeltijd (vorig jaar 46).

”Blijf bij de les”, was het thema dat Kalkman hen voorhield. Die opdracht heeft het christelijk en reformatorisch onderwijs als het gaat om zijn identiteit. Maar ook de inrichting van het onderwijs vraagt om bij de les te blijven, zei Kalkman. Gistermorgen sprak De Driestar met de inspectie over de conclusies uit het Onderwijsverslag 2002: het reformatorisch onderwijs blijft achter bij het landelijke gemiddelde als het gaat om uitdagend en activerend onderwijs, het gebruik van leerstrategieën en het afstemmen op de leerbehoefte. Is dat erg? Niet altijd, zei Kalkman. „Ons onderwijs mag afwijken van wat men gemiddeld wenselijk acht, mits we doordacht en met volle inzet in principiële en eigentijdse kaders ons werk doen.”

Het reformatorisch onderwijs moet zich bezinnen op de vraag wat zijn pedagogische idealen zijn en hoe die vormgegeven kunnen worden, zei het directielid. „Wat zijn onze opvattingen over de ontwikkeling van kinderen en hoe kunnen hun gaven tot ontwikkeling komen, zodat ze dienstbaar zijn aan Gods Koninkrijk en de naaste?”

Leersituaties moeten niet te rationeel zijn, maar ruimte bieden voor emotie, voor verwondering over Gods schepping en de kleinheid van de mens. „Leerkrachten moeten niet alleen coach zijn, maar de leerlingen de weg helpen vinden in een onbekend land. Ga dus op zoek naar onderwijsvormen die iets van de eigenheid van de reformatorische scholen laten zien. We hebben behoefte aan studenten die daarover nadenken.”

Kritische kanttekeningen plaatste Kalkman bij het enthousiasme rond de kennissamenleving: levenslang leren ten dienste van de innovatiepolitiek. Kennis dient dan vooral het bedrijfsleven en veroorzaakt een tweedeling in de samenleving. „Het kan toch niet zo zijn dat we hieraan bewust of onbewust meedoen? We moeten ons eigen karakter praktisch vormgeven.”

„Weten en weten is twee”, hield bestuurslid ds. P. Mulder de studenten voor. De weduwe te Zarfath in 1 Koningen 17 wist al heel wat van Elia en zijn God, maar toch zei ze pas na de opwekking van haar zoon uit de dood: „Nu weet ik, dat gij een man Gods zijt…” „Zo moeten jullie ook de leerlingen voorhouden dat historisch geloof waardevol is, maar dat ze zaligmakend geloof nodig hebben. We komen niet in het rijk van God tenzij we van dood levend gemaakt worden. We moeten aan de weet komen wat de geestelijke dood is, om het leven uit de Levensvorst te gaan waarderen. Wees eerlijk voor de klas, wees gunnend en oprecht.”

De Heere gebruikt een weg van onmogelijkheid om de kennis van deze weduwe te verdiepen, zei ds. Mulder. „Waar de Heere gaat werken, worden we onze dood gewaar, opdat we Hem nodig gaan krijgen. Zijn werk komt in Zarfath openbaar, en dat toen Elia het niet meer wist. De Heere komt als het met ons, mensen, op een eind loopt.”

Leerkrachten moeten niet gemakkelijk denken over het gebed dat ze steeds weer met hun klas moeten doen, zei de Dordtse predikant. „We hebben ook over ons bidden verzoening nodig. Roepen we uit de nood? Als je die niet voelt, vraag dan of God je die nood leert.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer