Slavenzoon Fred Luter president Amerikaanse baptisten
NEW ORLEANS – Onbestaanbaar zouden de oprichters van de Zuidelijke Baptistenconventie het hebben gevonden. Maar woensdag gebeurt het, naar alle waarschijnlijkheid, toch. Met de verkiezing van Fred Luter (55) krijgt de grootste Amerikaanse kerk haar eerste zwarte president.
De bezoekers van de jaarlijkse conventie, dit keer in de stad New Orleans, spreken unaniem van „een historische dag.” Voor het eerst in de 167-jarige geschiedenis zal de 16 miljoen tellende kerk een niet-blank gezicht naar buiten hebben. Fred Luter, predikant in New Orleans, is het komend jaar de kerkleider van de Zuidelijke Baptisten. „Een keerpunt in onze geschiedenis”, zegt Paige Patterson, rector van een baptistenseminarie in Fort Worth (Texas). „Nadat het grootste land in de wereld vier jaar geleden een niet-blanke president koos, krijgt de grootste kerk in dat land nu ook een president met een gekleurde huid.”
Voor wie de geschiedenis van de Zuidelijke Baptisten kent, is de keus van de Afro-Amerikaan Luter opzienbarender dan de verkiezing van Obama. De stichting van de Verenigde Staten was weliswaar het werk van blanke pioniers, maar zij hadden niet de behoefte zich te keren tegen zwarte Afrikanen. Die waren er eenvoudig niet. De oprichting van de bond van Zuidelijk Baptisten in 1845 was duidelijk wel gericht tegen de „negers.” De grondleggers van deze denominatie verschilden fundamenteel met de baptisten in de noordelijke staten van de VS, die blank en zwart als gelijkwaardig beschouwden. „De zonen van Cham hebben niet dezelfde voorrechten en beloften als de kinderen van Sem en Jafeth”, zei Jesse Mercer, een vooraanstaand baptist uit Georgia, bij de oprichting van de Zuidelijke Baptistenbond.
De vooraanstaande baptist Albert Mohler noemt de verkiezing een mijlpaal. „Het is een breuk met het geïnstitutionaliseerde racisme. We zijn gaan beseffen dat blank en zwart beiden schepselen van God zijn.”
De benoeming van Luter tot president van de Zuidelijke Baptisten vormt het sluitstuk van een lang proces waarin de denominatie haar beladen verleden van zich af probeert te schudden. Tot 1970 was de kerk tegen rassenintegratie. Pas in 1989 bestempelde de baptistenconventie racisme als zonde. Zes jaar later boden de Zuidelijke Baptisten hun excuses aan voor de slavernij.
Sinds 1995 is Luter een van de vooraanstaande baptistenvoorgangers. In dat jaar werd hij gekozen in het nationaal uitvoerend comité van de kerk, die nog steeds voor het overgrote deel uit blanken bestaat. Nog geen 10 procent van de 45.700 kerken staat momenteel te boek als een zwarte kerk.
Ofschoon Luter bekend is als een geliefd prediker, zegt hij zelf nog steeds het verzet tegen niet-blanke voorgangers te ervaren. „Meer dan eens heb ik meegemaakt dat wanneer men in een gemeente mij aankondigde als „de zwarte dominee Luter”, in die dienst het kerkbezoek halveerde. Als ik „ds. Fred Luter” werd genoemd, zag ik bij mijn binnenkomst even schrik. Een slavenzoon op de preekstoel is nog steeds wennen.”
Nadat hij in 1977 een ernstig motorongeval ternauwernood had overleefd, sloot Fred Luter zich aan bij de Franklin Avenue Baptist Church in zijn geboortestad New Orleans. Sinds 1986 dient hij deze gemeente als predikant. Als gevolg van de orkaan Katrina raakte de kerk ruim 2000 leden kwijt. Ook in seculiere media werd Luter geprezen om zijn tomeloze inzet voor de berooiden en nabestaanden van slachtoffers. „Luter is een modelpastor”, schreef The Times-Picayune.