Mijnwerker in Tirol werd vaak niet ouder dan 35 jaar
„Kijk, daar zie je nog wat sneeuw”, wijst gids Michael Bär naar de bergen in de verte. We fietsen in juni langs de rivier de Inn, in de Oostenrijkse deelstaat Tirol. Langs de route is te zien hoe noeste arbeiders ploeterden om zilver uit de grond te krijgen.
Een start in stijl: onze fietstocht langs de Inn begint in Innsbrück, de hoofdstad van Tirol. In het eeuwenoude stadscentrum wachten paard-en-wagen op toeristen.
De fietstocht langs de rivier voert in oostelijke richting. Buiten de stad passeren we velden met gewassen. Bruggetjes, boerenland, kerktorens, en natuurlijk bergen.
Gids Michael Bär van Inntour mag graag met de fiets de omgeving verkennen. „Het is leuk om nieuwe plekken te ontdekken, zeker als je daar met de auto niet kunt komen.” Zijn bedrijf Inntour verzorgt onder meer fietstochten langs de rivier, met bijvoorbeeld bagagevervoer.
Het echtpaar Henk en Jetty van de Pol uit Elspeet heeft net een meerdaagse tocht langs de Inn achter de rug. Jetty: „Ik vond het geweldig. Ik houd van fietsen en wandelen. Mijn man vond het wel wat bezwaarlijk dat er langs de rivier wel veel autoverkeer is. Maar het is logisch dat de weg door het dal, dus langs de rivier, gaat.”
Roemruchte geschiedenis snuiven langs de rivier kan in het muntmuseum van Hall in Tirol. Bezoekers krijgen via een koptelefoon uitleg.
Blikvanger is een eeuwenoude wateraangedreven machine, met imposante schoepraderen, waarmee munten werden geslagen. Het was volgens het museum de eerste machine ter wereld waarmee in serieproductie munten werden geslagen.
In vroeger dagen was er weinig mededogen met valsemunters. Een paar eeuwen terug werd een muntslager die ontrouw was en fouten verdoezelde, onthoofd.
Uitdrukkelijke aandacht in het muntmuseum krijgt de Oostenrijkse keizerin Maria Theresia (1717-1780). Verbonden met haar is een munt, de zogeheten Maria Theresia Taler. Op de munt is het gesluierde portret van haar afgebeeld. Ze was de enige regerende vrouw in de 650 jaar lange Habsburgdynastie. In haar tijd werden adel en clerus belastingplichtig.
Maria Theresia was een bijzondere persoonlijkheid. Ze voerde diverse oorlogen. Ze schafte martelkamers af. De vorstin trouwde in 1736 met Frans I Stefanus, hertog van Lotharingen. Samen kregen ze zestien kinderen. Ze zouden een goed huwelijk hebben gehad. Maria Theresia ging na de dood van haar man voortaan enkel nog in rouwtenue gekleed. In het keizer paleis in Innsbruck is van elk van de zestien kinderen een schilderij te zien.
Is het muntmuseum in Hall een museum van het klassieke soort, Kristalwelten in Wattens, iets verderop langs de fietsroute, ademt een heel andere sfeer. Dit kristalmuseum, verbonden aan sieradenfabrikant Swarovski, is van het modernistische en avant-gardistische soort. Blikvanger aan het begin van de route door het museum is een metershoge, flonkerende bol.
Bezoekers lopen via gordijnen naar donkere vertrekken. Ze krijgen niet zozeer informatie voorgeschoteld, maar zouden kristallen creaties moeten beleven en ervaren, via kunstzinnige uitingen. Zo heeft muziekkunstenaar Brian Eno in het project ”55 miljoen kristallen” de elementen „vergankelijkheid en facettenrijkdom gevangen en als ode aan de veranderlijkheid van het materiaal, kristal tot een harmonische, hypnotische belevenis van muziek en kleuren samengevoegd.” Zaken als een doodskop en kennelijk dubieuze mytische figuren in een flonkerende hal bezorgen de bezoeker een minder aangenaam gevoel. Het is een van de grotere musea van Oostenrijk.
Verder fietsen maar weer. Over een brug, langs beboste hellingen en dorpjes met kerktorens. Spektakel is er in de zilvermijn van Schwaz. Bezoekers krijgen een witte helm op en zilverkleurige jas aan, alvorens in het onderaardse af te dalen. Met een laag treintje suis je in vliegende vaart honderden meters door een smalle, lage en donkere tunnel, de zilvermijn in. Er lekt water.
De zilvermijn, die in 1999 werd gesloten vanwege instortingsgevaar, is een wereld van trappen, karren, hefbomen, kabels en afvoersystemen. Een legende verhaalt dat een stier de schatten in de aarde ontdekte. Toen hij met zijn poten over de bodem schraapte, werd er zilver aangetroffen.
Het was voor de duizenden arbeiders zwoegen om zilver te delven in de mijn in Schwaz. Water was een geduchte vijand in de diepte. Een rad van 4000 kilo en 10 meter doorsnee moest overtollig water weg zien te krijgen. Kou, vochtigheid en vieze rook eisten hun tol. Berucht was een longziekte, opgelopen in de mijn. Veel mijnwerkers werden niet ouder dan 35 jaar.
Kreng van Innsbruck versteende
Hoe blijf ik voortleven in de herinnering van mijn onderdanen? Ik maak een dak van goud, midden in Innsbruck, de hoofdstad van de Oostenrijkse deelstaat Tirol.
Geslaagd in zijn opzet om aan de vergetelheid te worden ontrukt, is keizer Maximiliaan van het Heilige Roomse Rijk (1459-1519) zeker. Anno nu klinkt zijn naam in het historische centrum van Innsbruck nog volop.
Wat de Eiffeltoren voor Parijs is, dat is Het Gouden Dak voor Innsbruck, gelegen aan de rivier de Inn. Op het schuin aflopende dak liggen 2657 koperen dakpannen, verguld met goud. „Het is één groot reclamebord voor keizer Maximiliaan”, vertelt gids Sabine Comploi, die familie in Nederland heeft wonen. „De keizer ging ervan uit dat ieder mens met de laatste klokslag van de doodsmis was vergeten, hij wilde dat niet.”
Het Gouden Dak, dat bij zonlicht schittert, is te zien op de doorgaande handelsroute uit vroeger eeuwen. „Mensen hadden altijd het gevoel: de keizer is present. Maximiliaan had bedacht dat kooplieden later tegen anderen zouden zeggen: Ik was in Innsbruck en wat ik nu toch gezien heb…” In de muur onder het dak is onder meer een afbeelding van de keizer te zien, omringd door vrouwen, de hofnar en de kanselier.”
De makkelijkste was Maximiliaan niet. Aanvankelijk wilde hij begraven worden in de Hofkirche (Hofkerk) in Innsbruck, vlak bij het keizerlijk paleis. Dat ging toch niet door. „De keizer stond erom bekend dat hij gasthuizen in Innsbruck nooit de rekeningen betaalde wanneer hij en zijn gevolg op bezoek waren. De inwoners van Innsbruck waren dat helemaal beu. Kort voor zijn dood sloten ze de poorten: Maximiliaan moest eerst betalen. De keizer besloot daarop dat hij niet in Innsbruck begraven wilde worden.”
Innsbruck dankt zijn naam aan de brug (Brücke) over de rivier de Inn. Het bouwwerk was een goudmijntje voor de inwoners. Menig handelaar reisde via knooppunt Innsbruck en moest belasting voor de brug betalen.
Karakteristiek zijn de huizen met verschillende kleuren, gelegen aan de oever van de Inn. De kleuren moesten in vroeger dagen de taalbarrières slechten, legt gids Comploi uit. „Groen stond bijvoorbeeld voor het huis van de schoenmaker. Oranje was de kleur van de smid.”
Ook de uithangborden in het eeuwenoude centrum fungeerden als herkenningspunten die iedereen kon begrijpen. Vermaard is de ”hoek van de vier dieren”, waar vroeger tal van gasthuizen stonden en waar nu jaarlijks honderdduizenden toeristen voorbijtrekken. Binnen een straal van enkele tientallen meters hangen borden met een leeuw, een adelaar, een hert en een wit paard. „Veel mensen overnachtten in Innsbruck. Door de uithangborden konden ze zich oriënteren, ook al spraken ze de taal niet.”
Innsbruck heeft ook een Nederlands tintje. Koningin Juliana was in 1978 te gast in gasthuis Goldener Adler (Gouden Adelaar). Haar naam is bijgeschreven in een plaquette aan de muur.
Een naam van een vrouw die met enige huiver wordt genoemd, is die van Frau Hitt. Wie vanuit het stadscentrum omhoogkijkt naar de omliggende bergen, ontwaart een vreemdsoortige uitstulping, hoog op een berg. Frau Hitt, zegt de legende. De mythische koningin was een feeks van een mens. Ze gaf handen vol geld uit, maar bekommerde zich niet om de armen.
Op een dag ging Frau Hitt er te paard opuit. Ze zag haar zoontje spelen in de modder. Ze kreeg ook een arm, hongerig vrouwtje in het oog. In plaats van een stuk brood aan haar hongerige medemens te geven, gebruikte ze het voedsel om haar smerige zoontje schoon te vegen. Op dat moment versteende Frau Hitt.