CU: Radicale keuzes nodig om uit crisis te komen
DEN HAAG – Radicale keuzes zijn nodig om uit de crisis te komen waarin Nederland verkeert. Als alles bij het oude blijft, verandert er niets aan het patroon dat ons land in de problemen heeft gebracht.
Dat schrijft de CU in haar conceptverkiezingsprogram ”Voor de verandering”, dat maandag in Den Haag is gepresenteerd.
De partij bepleit een „omslag in onze samenleving.” Zo moet er ruimte blijven voor religie in het publieke domein. Verschillen in levensovertuiging of godsdienst mogen niet leiden tot uitsluiting.
De partij vindt dat er altijd zorg moet worden geboden aan bijvoorbeeld zeer vroeg geboren kinderen of terminale patiënten. „Maar als medische ingrepen geen zorginhoudelijke zin hebben, brengt respect voor mensen met zich dat die ook achterwege moeten kunnen blijven.”
Via een zorgspaarregeling kunnen mensen alvast sparen voor de kosten van het ouder worden.
De partij bepleit ook een flexibele werktijdenrekening. Werknemers kunnen in economisch goede tijden extra uren werken en het aldus apart gezette spaartegoed kan in economisch slechte gebruikt worden om korter werken of inkomensver- lies aan te vullen.
De AOW-leeftijd moet omhoog naar 67 jaar in 2023. „Vanaf dat moment is de levensverwachting het ijkpunt.”
De hypotheekschuld die in aanmerking komt voor renteaftrek wordt geleidelijk verlaagd naar 750.000 euro en later naar 500.000 euro. Mensen kunnen de restschuld van hun huis meefinancieren met een nieuwe hypotheek, mits die snel wordt afgelost.
De kinderbijslag en het kindgebonden budget moeten omhoog.
Bij belastingheffing moet rekening worden gehouden met de gezinssituatie en -omvang en moet zo veel mogelijk de feitelijke draagkracht per huishouden in aanmerking worden genomen. Hoe jonger het gezin, hoe lager de belastingdruk moet zijn.
Het maken van schulden wordt tegengegaan; aflossen, sparen en de opbouw van eigen vermogen wordt bevorderd.
De EU mag niet verder uitbreiden en geen politieke unie worden. De Kamer moet inspraak houden bij het aanpakken van de schuldencrisis in Europa.
Het budget voor ontwikkelingssamenwerking blijft ten minste 0,7 procent van het nationaal inkomen en groeit geleidelijk weer naar 0,8 procent.
De overheid dient zich minder te bemoeien met de inrichting van het onderwijs en geeft leraren meer ruimte om hun werk te doen. Op passend onderwijs wordt niet bezuinigd. De basisbeurs blijft behouden.
De zaak van asielzoekers die meer dan vijf jaar in procedure zitten, wordt opnieuw bekeken.
Klanten van prostituees worden strafbaar gesteld.
Huizen met wietplantages worden verbeurd verklaard.