Hoge rente brengt Spanje verder in problemen
APELDOORN – De crisis in de eurozone escaleert. De rente op tienjarige Spaanse obligaties klom donderdag tot even boven de 7 procent. Die situatie is niet langdurig vol te houden. Enkele vragen.
Hoe gaat dat in z’n werk, die almaar stijgende rente?
Die vloeit voort uit de verhouding tussen vraag en aanbod bij de handel in de betrokken waardepapieren. Beleggers doen Spaanse staatsleningen van de hand. Meer aanbod, daardoor zakt de koers van die stukken. Die worden goedkoper en dus valt er voor een partij die ze koopt meer mee te verdienen, want de jaarlijkse rentevergoeding op die uitstaande obligaties verandert niet, die ligt vanaf het begin vast. Anders gezegd: het rendement loopt op en dat betekent dat de overheid in Madrid over nieuwe obligaties die zij uitgeeft een hoger rentepercentage zal moeten bieden om die aantrekkelijk te maken.
Waarom keren beleggers Spaanse obligaties de rug toe?
Zij twijfelen eraan of zij hun geld wel zullen terugkrijgen. Zij hebben geen vertrouwen meer in de omstandigheden en ontwikkelingen in deze zuidelijke EU-lidstaat. De banken kampen er als gevolg van forse afschrijvingen met grote problemen. Die verliesposten hangen samen met de vastgoedcrisis in het land, met sterk gedaalde waarden van woningen. De economie krimpt. De werkloosheid beweegt in de richting van een kwart van de beroepsbevolking. Het begrotingstekort en de overheidsschuld zijn te groot. Kortom, Spanje staat er financieel en economisch beroerd voor.
De banken kunnen rekenen op geld uit het Europese noodfonds. Helpt dat niet om de rust op de markten te herstellen?
Nee, het gehoopte effect blijft uit. Overigens, de ministers van Financiën van de eurolanden hebben zaterdag weliswaar toegezegd maximaal 100 miljard euro te zullen uittrekken om Spaanse banken te behoeden voor de ondergang, maar alle details van die hulpoperatie moeten nog worden geregeld, ook het precieze bedrag. Er ligt officieel zelfs nog geen verzoek om steun.
De aankondiging heeft inderdaad het tij niet gekeerd. Integendeel, de rente schoot in de voorbije dagen naar boven. Een heikel punt is dat het permanente noodfonds, het ESM, dat binnenkort in werking treedt, in het geval dat een regering niet meer aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen, een voorkeursbehandeling krijgt. Andere beleggers zullen dan eerst de dupe zijn. Voor hen neemt daarmee het risico toe en dat moedigt het bezit van Spaans schuldpapier uiteraard niet aan.
Wat zijn de gevolgen voor Spanje van die hoge rente?
Vers kapitaal ophalen op de internationale markt wordt voor de overheid erg kostbaar. Een rente van 7 procent, daarvan mogen we zeggen dat die op den duur niet op te brengen is. Ter vergelijking: Nederland kan lenen voor tien jaar tegen slechts ongeveer 2 procent.
Welke opties zijn er om de problemen aan te pakken?
Als er niets verandert, zal Spanje op enig moment ook voor de overheidsfinanciën, dus niet alleen voor het redden van de banken, een beroep moeten doen op het noodfonds, zoals eerder Griekenland, Ierland en Portugal zich daartoe genoodzaakt zagen. Als het financiële middelen ontvangt uit die pot, hoeft het niet langer zelf naar de markt om dure leningen op te nemen.
Spanje zal dat zo lang mogelijk uitstellen, want aan die kredieten zijn strenge voorwaarden verbonden. Het komt erop neer dat de overheid dan onder curatele wordt gesteld en dat zij door EU en het Internationaal Monetair Fonds (IMF) zware bezuinigings- en hervormingseisen krijgt opgelegd.
Liever ziet Spanje dat de Europese Centrale Bank (ECB) ingrijpt. Die heeft gedurende de schuldencrisis al regelmatig staatsobligaties van zwakke landen opgekocht, om de koers ervan op te krikken en daarmee het rendement ofwel de rente te drukken. Maar de laatste maanden ligt dat programma stil. Het behoort ook niet tot de taken van de ECB om obligaties op te kopen.