Alarm over Bulgaarse gehandicaptenzorg
De tengere verzorgster duwt de dertien slecht geklede mannen naar achteren, zodat de bezoekers toegang krijgen tot hun ’cel’, een hok ter grootte van een half basketbalveld. „Ze ontsnappen geregeld”, legt de 23-jarige Stefka Chipakova uit. „Daarom zitten ze in een kooi.”
De erbarmelijke leefomstandigheden in Podgumer, een tehuis voor verstandelijk gehandicapten op 20 kilometer van Sofia, hebben de aandacht getrokken van mensenrechtenorganisaties. Het tehuis dreigt een struikelblok te worden in de Bulgaarse campagne voor toetreding tot de Europese Unie. De Bulgaarse autoriteiten hebben weliswaar pogingen ondernomen om de 123 mannen in het vervallen, voormalige klooster beter onderdak te geven, maar die zijn gestrand op bureaucratische procedures en geldgebrek. Een nieuw gebouw werd al in 1997 voltooid, maar staat leeg omdat er geen geld beschikbaar wordt gesteld voor de aankoop van meubilair. De staf van Podgumer weigert met de oude spullen te verhuizen. De bedden en matrassen zullen een verhuizing zeker niet overleven, zeggen ze.
Mensenrechtenactivisten kennen nog zeker twee tehuizen die er even slecht aan toe zijn als Podgumer, in Oborishte en Svilengrad. Ook daar staan nieuwe gebouwen, maar is er geen geld om die in te richten.
Het is geen wonder dat de bewoners van Podgumer de benen willen nemen. De inrichting is een restant van het oude communistische bewind, dat geen geld en zorg had voor verstandelijk gehandicapten en hen zo veel mogelijk aan het oog onttrok.
Nadat Amnesty International en het Bulgaarse Helsinki Comité de regering hadden herinnerd aan hun verplichtingen onder een aantal mensenrechtenverdragen, nam Sofia in allerijl maatregelen om de situatie te verbeteren en aansluiting te vinden bij de rest van Europa. „Ik denk dat ze behoorlijk in verlegenheid zijn gebracht”, zegt Desislava Simeonova van het Helsinki Comité. „Maar ik weet niet hoe groot de schaamte moet zijn voordat er wordt opgetreden.”
De regering zegt dat er 25 miljoen euro nodig is voor de renovatie van ongeveer zeventig tehuizen en de opleiding van personeel. Nikolina Ivanova, de verantwoordelijke regeringsfunctionaris, voorspelt dat de situatie in Podgumer in de herfst aanzienlijk verbeterd zal zijn. Ivanova zelf had ook een verstandelijk gehandicapte zuster, die jong is gestorven. „Ze zullen niet langer in kooien worden gestopt”, zegt ze met tranen in de ogen.
Amnesty publiceerde eerder dit jaar een rapport over een tehuis in Sanadinovo, 240 kilometer ten noordoosten van Sofia, waarin vrouwen zaten met smerige en gescheurde kleding. Sommigen waren half naakt. De vloeren en de muren zaten onder de urine en uitwerpselen. „Er was namens enkele bewoners van Sanadinovo die in een kooi waren gezet een klacht ingediend, maar de klacht werd in mei afgewezen wegens gebrek aan bewijs”, meldde Amnesty.
De inrichting in Sanadinovo werd later gesloten, maar daarmee is volgens de mensenrechtenorganisatie geenszins een eind gekomen aan de wantoestanden.
Podgumer ligt op een heuvel aan het einde van een landweg omgeven door weilanden en vee. De wankele trap naar de tweede verdieping begeeft het bijna als de bezoekers hem bestijgen. Op de linoleumvloer staan plassen van het desinfecterende middel waarmee dagelijks wordt schoongemaakt. Onder de braamstruiken langs het pad naar de kapel ligt een rottende schaapskop.
De bewoners slapen in stalen ledikanten. Slechts enkelen lijken eigen spulletjes te bezitten, zoals een cassette, een boek, een kalender. De toiletten zijn gaten in de grond. Er is één douche voor alle bewoners.
Veselin Trendafilov heeft in tegenstelling tot de meeste van zijn lotgenoten contact met zijn familie. De 39-jarige man zegt problemen te hebben sinds hij in militaire dienst is geslagen. „In Bulgarije is het leven niet makkelijk. Daarom ben ik hier beter af dan buiten. Ik ben niet gevaarlijk, maar ik heb geen goede relatie met andere mensen. Ze zijn bang voor me. Ze zeggen dat ik gek ben.”
Bulgaarse media hebben om meer aandacht voor de zorg voor verstandelijk gehandicapten gevraagd. Een schoonmaakster in Podgumer, de 35-jarige Penka Koceva, zegt echter dat de meeste Bulgaren wel iets anders aan het hoofd hebben. „Niemand is in de problemen van andere mensen geïnteresseerd, omdat ze zelf zo veel problemen hebben.”