Charlie Aptroot van de VVD vindt het wetsvoorstel onbegrijpelijk. Het kabinet van VVD en CDA wilde het openbaar vervoer voortaan aanbesteden zodat het goedkoper en efficiënter zou gaan werken. „En je ziet in Rotterdam dat het alleen al op het busvervoer 28 miljoen euro bespaart”, zegt Aptroot. „Moet je eens bedenken hoeveel dat oplevert als je het in alle steden zo aanpakt.”

Maar de initiatiefnemers van de wet die donderdag wordt besproken, zijn niet zo tevreden over het verplicht aanbesteden. De SP vindt dat het kabinet-Rutte aanbesteding tot een doel op zich had gemaakt. D66 stelt dat steden zelf het beste weten wat voor hen werkt. „Wij zijn voor aanbesteden, maar we willen als centrale overheid niet beslissen voor de lokale overheid. Zij moeten besluiten hoe ze het openbaar vervoer willen inrichten”, vindt D66-Kamerlid Kees Verhoeven.

Maarten Haverkamp van het CDA is nog lang niet overtuigd van het wetsvoorstel. „Vanuit het perspectief van de reiziger schiet je er niets mee op”, stelt hij. „In Rotterdam en Den Haag is de aanbesteding al achter de rug en daar zijn de gemeenteraad en de bedrijven blij met de uitkomsten. De grote vraag is wat je met deze wet nou oplost.”

Verder is hij verbaasd dat deze vier partijen elkaar hebben gevonden. „Dat de SP en D66 samen iets vinden over marktwerking is bijzonder”, constateert Haverkamp. „En dat de PvdA plannen laat gedogen door de PVV is ook opmerkelijk.” Bovendien zijn de PvdA en D66 juist de partijen die ooit gepleit hebben voor deze regels; „En nu breken ze dit zelf weer af”, stelt hij.

De vier partijen hopen nog volgende week te kunnen stemmen over het wetsvoorstel. Dat kan dan nog op tijd ingevoerd worden om in Amsterdam de verplichte aanbesteding tegen te houden.