Wandelen op Noorse hoogvlakte is afzien en genieten tegelijk
De ongereptheid van de Noord-Noorse provincie Finnmark is indrukwekkend. Een wandeltocht over de hoogvlakte Finnmarksvidda bij Alta betekent de natuur ruiken, de elementen trotseren en genieten van fraaie vergezichten bij de kloof waardoor de Alta, een van de beste zalmrivieren van Noorwegen, kronkelt.
Gids Pål Karlsen Haugsnes (30) van bergpension Gargia Fjellstue kan er smakelijk om lachen als hij zijn gasten weliswaar warm gekleed en met gedegen schoeisel, maar in jeans, verwelkomt. „Jullie Nederlanders zijn net Amerikanen”, zegt hij. „Zij dragen als ze hier komen ook altijd spijkerbroeken, omdat ze denken dat het de beste kleding is. Maar katoen wordt en blijft nat als we vandaag het koude en natte gebergte in gaan”, waarschuwt hij. In een handomdraai tovert hij uit een kast enkele regenbroeken tevoorschijn. Niet overbodig, zo lijkt het, want buiten begint de regen in steeds grotere hoeveelheden neer te dalen.
In zijn jeep brengt Haugsnes zijn gasten de bergen in. De Noor verzorgt in zomer en herfst hikingtochten –wandelingen met soms flinke hoogteverschillen– door het omliggende gebied en in de winter sneeuwscootersafari’s. Verder verzorgt zijn bergpension ruimten voor bedrijfsuitjes en vergaderingen. Drie jaar gelden kocht hij het optrekje, richtte de boel naar eigen smaak in en ging er wonen met zijn vrouw en dochtertje.
Eenzaam in de bossen, maar dat is niet erg, vindt Haugsnes, die trekkend aan het stuur van zijn jeep een grote kei op het zandpad probeert te ontwijken. „Iedereen die in Lapland woont, heeft iets met de winter, die in Finnmark van half oktober tot begin mei duurt. Anders heb je hier niets te zoeken. Het is vandaag –eind september– eigenlijk nog warm. Normaal gesproken valt de herfst hier twee weken eerder in.”
De Noor zet zijn wagen stil. Het is koud. Warme kleding, muts en handschoenen houden het lichaam droog en warm. Haugsnes gaat voorop. Voor zijn voeten schieten lemmings –een soort woelmuizen– weg, een veilig heenkomen zoekend in hun holletjes tussen de mossen. Het omringende landschap is, ondanks de regen, overweldigend. Tegelijkertijd geven allerlei soorten mossen, zwarte berken en ruige beken de omgeving een desolaat karakter.
Haugsnes zegt graag in de natuur te zijn, in het landschap dat Finnmark heet. „Ik hoef niet veel geld te verdienen. Mijn werk ligt hier, in de natuur.” Niet dat hij niets meekrijgt van wat er in de wereld gebeurt, haast Haugsnes zich te zeggen. Ook hij hoorde bijvoorbeeld in juli 2011 van de vreselijke aanslagen door Breivik, die heel Noorwegen op hun kop zetten. „Breivik dacht ons land te kunnen helpen, maar bereikte het tegenovergestelde.” Volgens Haugsnes is ook een jongere uit het nabijgelegen Alta omgekomen bij de aanslagen. „Het nieuws is daar ingeslagen als een bom, evenals in de oostelijker geklegen vissersdorpjes. Ook uit die plaatsjes, gemeenschappen waarin iedereen elkaar kent, zijn jongeren gedood.”
Het geluid van de Alta zwelt aan. Bij de rand van de honderden meters diepe kloof is geen hek. Duizelingwekkend. De maag gromt. Haugsnes heeft overal aan gedacht. Zijn grote rugzak zet hij met een soepele beweging op de grond. „De lunch zit hierin”, zegt hij met een grijns. Hij schikt een paar droge stukken hout en maakt een vuurtje. Voorzichtig pakt hij een zwarte handgemaakte koffieketel, vult hem met wat water uit het beekje en zet hem op het vuur. „Als het water kookt, maak ik zelf koffie”, belooft de gids. Hij gooit wat gemalen koffie in het hete water, pakt een zwartgeblakerd houtje uit het vuur en roert ermee in de koffieketel. „Het geeft een koffie een sensationele, rokerige smaak”, verzekert hij.
De sympathieke Noor heeft niets te veel gezegd. Zijn koffie smaakt voortreffelijk. Haugsnes veert op, breekt een paar takken van het struikgewas, slijpt er met zijn mes punten aan en spietst de braadworstjes omwikkeld met bacon eraan. Het spek krult op in het vuur. Het knapperige hapje verdwijnt geruisloos in de hongerige maag.
Op de terugweg naar de auto is het vooral klimmen. Rechts stort een waterval met veel geraas in de diepte. In de verte roept een vogel. Een kudde rendieren graast in de snijdend koude wind de toendra af. Lang zal het niet meer duren of de eerste sneeuw van de aanstormende winter zal hun vacht striemen. Maar dat laat een rendier koud.
Finnmarksvidda
De Finnmarksvidda omvat een uitgestrekt gebied tussen Alta, Kautokeino, Karasjok en Porsanger. Het gebied is in zomer en herfst (juli-augustus) een ideaal oord om te wandelen. In de winter is de Finnmarksvidda een fijn gebied voor langlaufen, sneeuwscooter- en sledehondentochten. ’s Winters wordt er de Finnmarksløpet gehouden, de noordelijkste race van de wereld met hondensleden.
De hoogvlakte is weelderig begroeid met bloemen en planten. Verder bestaat het landschap vooral uit kleine berkenbossen, moerassen en meertjes. De eland, veelvraat, vos, haas, lynx en beren zijn er ook vertegenwoordigd.