Recensie: Ton Koopman met Membra Jesu Nostri van Buxtehude
In 2005 begon Ton Koopman aan het uitvoeren en opnemen van het oeuvre van Buxtehude. Onlangs verscheen als zestiende aflevering het bekende ”Membra Jesu Nostri”: zeven cantates die het lijden van Christus verklanken.
Buxtehude ontleende zijn teksten aan een cyclus van Latijnse passiegedichten, geschreven vanuit het perspectief van een boeteling die knielt aan de voet van het kruis, zijn ogen opheft en mediteert over delen van het gekruisigde lichaam: de voeten (Ad pedes), knieën (Ad genua), handen (Ad manus), zijde (Ad latus), borst (Ad pectus), hart (Ad cor) en gezicht (Ad faciem).
Buxtehude voegt aan ieder gedicht een passende Bijbeltekst toe. Deze is concertant gezet, voor koor en instrumentalisten. De strofen van de hymneteksten worden gezongen door solisten en begeleid door het continuo. Ze zijn van elkaar gescheiden door instrumentale intermezzi (ritornelli). Tot slot volgt weer het openingsconcerto. Een ensemble van twee violen en continuo vormt de instrumentale basisbezetting. In de zesde cantate wisselt Buxtehude dit af met een vijfstemmig gambaconsort.
Koopmans benadering is weer sprankelend en muzikantesk, met voortvarende tempi. Het aandeel van de instrumentalisten is fris en onderhoudend, met mooi uitgewerkte continuopartijen. Van het solistenkwintet (twee sporanen, alt, tenor en bas) zijn de sopranen uit het koor afkomstig. Sopraan 2 stelde me wat teleur. Haar aandeel klinkt bij vlagen nogal onbeheerst.
Het koor is, op wat intonatieprobleempjes na, goed op dreef. Een opname die de moeite waard is, al zijn inniger, bedachtzamer uitvoeringen zoals die van René Jacobs en Jos van Veldhoven me liever.
Ton Koopman – Dieterich Buxtehude – Opera Omnia XVI – Vocal Works 6 – Membra Jesu Nostri; Challenge Classics (CC 72255); € 17,95; bestellen: www.tonkoopman.nl
Buxtehude
Buxtehude
Buxtehude