Volgens Kleisterlee gaat de productie van eenvoudige artikelen, zoals lampjes, naar andere fabrikanten. Het besluit om eenderde van alle fabrieken van de hand te doen, betekent volgens de topman niet dat Philips zich terugtrekt uit belangrijke markten.

De medische divisie heeft haar zwaartepunt in de Verenigde Staten. Een belangrijk deel van de overige groei van Philips moet in de toekomst uit China komen. Dat land is goed voor 10 procent van de afzet en voor eenderde van de productie. Nu de longziekte SARS is geweken, gaat de top van het elektronicaconcern dit najaar een week naar China.

Aandacht voor de klant en innovatie zijn in de ogen van Kleisterlee de twee belangrijkste zaken om de beoogde groei van Philips te verwezenlijken. „De infrastructuur om die twee zaken is nu goed geregeld. Er is nu marketing. Er is geld. En er is onderlinge samenwerking.”

Tijdens de presentatie van de jaarcijfers over 2002 liet Kleisterlee al doorschemeren dat Philips fabrieken wil sluiten of verkopen. Het afgelopen jaar verminderde het aantal fabrieken van 160 tot 151. In het interview van zaterdag benadrukt hij dat Philips in geen geval een concern wordt zonder fabrieken. Om concurrenten als Sony, Samsung en Panasonic het hoofd te bieden, blijven volgens hem productielocaties nodig.

C. Boonstra, voorganger van Kleisterlee, zette vanaf 1998 ook al flink het mes in de productielocaties van Philips. Hij kondigde destijds aan in vier jaar tijd ongeveer een op de drie productievestigingen van de hand te doen. Dat is inmiddels ook gebeurd. Begin 1998 bezat Philips bijna 270 fabrieken.

Het is nog niet duidelijk wat de sluiting of afstoting voor de werkgelegenheid bij Philips zal betekenen. Sinds het aantreden van Kleisterlee in mei 2001 is het aantal banen bij het concern met 50.000 teruggelopen tot 170.000.