Een aangifte bij het Openbaar Ministerie leidde tot niets. Het OM liet in maart weten geen been te zien in een onderzoek, bij gebrek aan verdenkingen. Boone legt zich daar niet bij neer. Hij meent dat het bisdom alle trekken van een criminele organisatie vertoont en wil dat het gerechtshof in Den Haag de vervolging alsnog beveelt.

Boone verwijst in zijn klaagschrift aan het hof naar het rapport van de commissie-Deetman over seksueel misbruik van minderjarigen binnen de katholieke kerk. In het bisdom Rotterdam werden in de jaren tachtig mannen toegelaten tot de priesterwijding van wie een aantal zich schuldig had gemaakt aan misbruik van minderjarigen, noteert Boone onder meer. Er werd door het bisdom niets gedaan om herhaling te voorkomen. Bisschop Bar wist „van de hoed en de rand” en „deed alsof zijn neus bloedde.”

Vervolging is van groot maatschappelijk belang, vindt Boone, omdat dat de enige mogelijkheid is duidelijkheid te krijgen over „het strafbaar handelen van deze criminele organisatie.”