„Chefs blazen hoog van de toren”
GRONINGEN (ANP) – Niet alleen de top van het bedrijfsleven, maar ook het middenkader heeft een te rooskleurig zelfbeeld. Deze zelfoverschatting leidt tot wrijvingen met medewerkers, waardoor die minder presteren. Dat blijkt uit onderzoek van arbeids- en organisatiepsycholoog Niels van der Kam, die 14 juni promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG).
Chefs zijn - zeker bij de koffieautomaat - al snel het mikpunt van kritiek of spot, zo blijkt uit zijn onderzoek bij twee grote organisaties: een onderwijsinstelling en een ggz-instelling. „Het lijkt bijna wel alsof de functie is uitgevonden om een mikpunt te hebben voor alle onvrede.”
Maar de kritiek is niet altijd ten onrechte, constateert Van der Kam. „Een deel van de chefs blaast hoog van de toren. Aanvankelijk maakt dat nog indruk, maar al snel merken ondergeschikten dat de verwachtingen niet worden waargemaakt. Dan vinden ze hun chef een pocher.”
Een zichzelf overschattende leidinggevende verstoort de werkrelatie tussen hem en zijn medewerkers. Vooral ondergeschikten die niet op hun mondje zijn gevallen, hebben dan minder de neiging om zich in te zetten. „Dat werkt een negatieve spiraal in de hand”, aldus Van der Kam. „Mensen die zichzelf overschatten, worden niet aardig gevonden.”
Gemakkelijk is de positie van een chef overigens niet, erkent de onderzoeker. Het middenkader wordt van onder- en van bovenaf onder druk gezet. Bovendien bestaat het risico dat leidinggevenden, zeker als zij wat hoger in de organisatie komen, minder vaak of minder eerlijke feedback krijgen. Daardoor wordt een te positief zelfbeeld niet gecorrigeerd, aldus Van der Kam.