Bondgenoten van Assad
DAMASCUS (ANP) – Rusland en China hebben dinsdag nogmaals duidelijk gemaakt dat ze geen internationaal ingrijpen in Syrië willen. Het zijn de belangrijkste bondgenoten van Damascus, maar de groep vrienden wordt steeds kleiner. Een kort overzicht van landen die nog achter het Syrische regime staan.
RUSLAND: Heeft grote economische belangen in Syrië, vooral door wapendeals. Rusland blokkeert internationaal ingrijpen en VN-sancties. Moskou zegt een herhaling van Libië te vrezen. Toen het Westen daar de opstandelingen steunde, hield Rusland zich afzijdig. Het regime viel, maar Libië kwam in een chaos terecht. Rusland heeft af en toe kritiek op Assad, maar uit vervolgens scherpere kritiek op de opstandelingen en het Westen.
CHINA: Wil vooral de rust in het Midden-Oosten bewaren. Zegt dat de Syrische bevolking „zonder bemoeienis van buitenaf” haar toekomst moet bepalen. Blokkeert veroordelingen en sancties in de VN-Veiligheidsraad. Heeft af en toe kritiek op Assad.
IRAN: Al jaren de trouwste bondgenoot van Syrië. De landen delen hun afkeer van Israël en de Verenigde Staten. Die twee vijanden zitten volgens Iran achter de opstand in Syrië. Volgens Washington helpen de Iraanse veiligheidsdiensten hun Syrische collega’s bij het onderdrukken van de opstand.
IRAK: Deelt een nauwelijks bewaakte grens in de woestijn met Syrië. Irak is bang dat terroristen kunnen profiteren van een val van het Syrische regime. Daardoor kan ook het geweld in Irak toenemen, vreest Bagdad. Irak ging na de val van zijn eigen dictator Saddam Hussein gebukt onder een bloedige burgeroorlog.
VENEZUELA: President Hugo Chávez profileert zichzelf als de leider van de anti-Amerikaanse beweging in de wereld. Hij steunde eerder de Libische leider Muammar Gaddafi. Venezuela levert als een van de weinige landen nog brandstof aan Syrië.
LIBANON: Buurland. In de regering zit de radicale beweging Hezbollah, die door Syrië wordt gesteund. Toen de Arabische Liga sancties oplegde aan het bewind in Damascus, stemde Libanon tegen. Syrische militairen bezetten Libanon van midden jaren ’70 tot 2005. Syrië trok de troepen terug na de moordaanslag op de Libanese oud-premier Rafik al-Hariri. Een VN-onderzoek wees enkele hooggeplaatste Syriërs aan als hoofdverdachten van de moord.