Binnenland

Boekestijn: Heel moeilijk om mensen te helpen

GORINCHEM – In Afrikaanse landen met corrupte regimes is het verstandig ontwikkelingshulp op lokaal niveau te verlenen, buiten de regering om.

Van onze verslaggever
1 June 2012 22:38Gewijzigd op 14 November 2020 21:23
Boekestijn. Foto RD, Anton Dommerholt
Boekestijn. Foto RD, Anton Dommerholt

Dat betoogde oud-VVD-kamerlid Arend Jan Boekestijn vrijdagavond in Gorinchem op een door stichting Woord en Daad georganiseerd debat over ontwikkelingshulp.

Boekestijn, die een boek schreef over het nut van ontwikkelingssamenwerking, stelde dat „het heel moeilijk is” om mensen te helpen. „We weten nauwelijks welke hulp werkelijk helpt.”

Hij vertelde hoe de moed hem in de schoenen zonk tijdens een bezoek door Oost-Congo. „Vrouwen worden massaal verkracht en kapot gemaakt. Afschuwelijk. De regering is totaal corrupt. Toen ik een varkensboerderij zag, dacht ik: Dit kan wat worden, hier kan groei ontstaan. Maar wat blijkt? Zodra de boer wat verdient, wordt hij beroofd door bendes. Dus wordt zo’n boer lid van een rebellengroep.”

In dergelijke situaties is het het best om via kleinschalige projecten toch mensen te helpen, bepleitte Boekestijn. „Niet via de corruptie overheid, maar bijvoorbeeld met behulp van westerse bedrijven. Bewerkstellig dat Afrikaanse ondernemers zelf ook geld in een project steken. Dan kan het gebeuren dat een regio zich in de goede richting ontwikkelt. Naast een bedrijf komen een ziekenhuis en een school te staan.”

Boekestijn keerde zich tegen het verlenen van begrotingssteun aan „dubieuze” regimes. „Dat doen de Europese Unie, de grootste donor ter wereld, en de Wereldbank wel massaal. Dat is totaal verkeerd beleid.” Hij benadrukte dat sommige Afrikaanse landen „gesloten samenlevingen” zijn. „De elite besloot: Wij vallen elkaar niet aan, wij zitten dicht bij de inkomstenbronnen. De elite bekommert zich weinig over de burgers. In zo’n systeem helpt het niet om bijvoorbeeld het westerse concept van vrije verkiezingen in te voeren. Dan zorgt de elite ervoor dat die verkiezingen worden gemanipuleerd.” Het voormalige VVD-kamerlid ziet ook positieve ontwikkelingen. „Een land als Botswana zit op een keerpunt en beweegt zich naar een open samenleving. Daar kun je democratisering steunen.”

Evert-Jan Brouwer, politiek adviseur bij Woord en Daad, stelde dat „barmhartigheid en mededogen” voorop moeten staan bij het verlenen van ontwikkelingshulp. „Na een aardbeving moeten we meteen helpen en niet allereerst beginnen over de effectiviteit van de hulp. Inderdaad is de wereld beperkt maakbaar, maar dat betekent niet dat we bij de pakken moeten gaan neerzitten.”

Wel zei Brouwer dat het van belang is om „goed te kijken aan wie, waarvoor en wanneer” geld wordt gegeven. „Je moet hulpverslaving voorkomen. Het berooft mensen van hun waardigheid als ze altijd de bedelhand moeten ophouden.”

Het budget van Woord en Daad bestaat voor ongeveer 30 procent uit subsidies. Daarvan is 14 procent afkomstig van de Nederlandse overheid, vertelde Ria Molenaar, manager communicatie en fondsen. Op de vraag of Woord en Daad niet „te bureaucratisch” wordt, antwoordde ze dat het bij de organisatie „om mensen blijft draaien.” Ze stelde dat Woord en Daad „niet omvalt” als subsidie wegvalt. Ze zei veel waarde te hechten aan contact met de achterban. „We zien mensen niet alleen als geldschieters.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer