Reinigende Geest
Ezechiël 36:25a
„Dan zal ik rein water op u sprengen en gij zult rein worden.” Dat water, dat wast, reinigt en zuivert, stelt op klare wijze de werkingen en invloeiingen van de gezegende Geest voor. Er kan dan ook geen twijfel over bestaan dat „het reine water” waarvan in onze tekst wordt gesproken dat God belooft te sprengen op Zijn volk, de Heilige Geest voorstelt, als uitgestort op het huisgezin Gods. Dit was de grote belofte van het Nieuwe Testament en de bijzondere vrucht van de opstanding, hemelvaart en verheerlijking van onze Heere. Wij lezen dat toen onze Heere beloofde dat stromen van levend water zouden vloeien Hij dat zei van de Geest, Denwelke ontvangen zouden, die in Hem geloven. „Want de Heilige Geest was nog niet, overmits Jezus nog niet verheerlijkt was” (Johannes 7:39). Wij zien dus dat de gave van de Heilige Geest afhankelijk was van de verheerlijking van Jezus. Daarom zei Hij tot Zijn discipelen: „Doch Ik zeg u de waarheid: Het is u nut, dat Ik wegga; want indien Ik niet wegga, zo zal de Trooster tot u niet komen; maar indien Ik heenga, zo zal Ik Hem tot u zenden” (Johannes 16:7). En wat zou deze gezegende Geest doen, toen Hij kwam? „Die zal Mij verheerlijken; want Hij zal het uit het Mijne nemen, en zal het u verkondigen.”
J. C. Philpot, predikant te Stamford
(”Leerredenen”, 1866)