Uitzenders pakken ziekteverzuim aan
Het ministerie van Sociale Zaken en werkgevers- en werknemersorganisaties investeren de komende drie jaar bijna 5,5 miljoen euro in de aanpak van het torenhoge ziekteverzuim onder uitzendkrachten.
Daarbij nemen het ministerie en de sociale partners beide de helft van de kosten voor hun rekening. Dat hebben de partijen woensdag afgesproken in het Arbo-convenant Uitzendbranche.
Volgens het convenant moet het verzuim onder alle uitzendkrachten voor 1 juli 2006 met ruim 10 procent verminderen. Ook willen het ministerie, de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU), FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond, De Unie en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) de WAO-instroom vanuit de sector met 15 procent verlagen.
Eerder dit jaar hebben de partijen het bureau Ecorys-NEI onderzoek laten doen naar het ziekteverzuim in de branche, die jaarlijks 725.000 mensen aan een tijdelijke baan helpt. Het verzuim onder uitzendkrachten blijkt gemiddeld 8,3 procent te bedragen, terwijl van de werknemers in andere sectoren doorgaans 6,1 procent ziek is. Verder belandt 1,5 tot 2 procent van de uitzendkrachten in de WAO. Dat percentage ligt bij vaste werknemers op 1,3.
In mei 2001 hadden sociale partners met het ministerie al een intentieverklaring getekend over de aanpak van het ziekteverzuim onder uitzendkrachten. Volgens de partijen heeft het enige tijd geduurd voordat er ook inderdaad een Arbo-convenant op tafel lag, omdat de problematiek in deze sector erg bijzonder is.
Zo is het ziekteverzuim in de uitzendbranche ingewikkelder aan te pakken dan op andere werkterreinen, vanwege de zogeheten driehoekrelaties. De arbeidsrisico’s voor de werknemer treden niet op bij de uitzendbureau’s zelf, maar bij de bedrijven. Daardoor is vaak onduidelijk wie verantwoordelijk is voor de zieke werknemer. Bovendien is ook niet één type arbeidsrisico aan te wijzen, omdat uitzendkrachten in allerlei soorten branches werken en aan verschillende gevaren blootgesteld worden op de werkplek.
Volgens dagelijks bestuurster A. Dümig van het UWV blijkt uit proefprojecten die voorafgingen aan het convenant dat een betere samenwerking tussen de verschillende partijen zijn vruchten afwerpt. „Snelle aanpak en begeleiding voorkomen dat zieke uitzendkrachten in het zwarte gat van die beruchte ’Bermuda-driehoek’ terechtkomt.”
Het UWV treedt in het geval van uitzendkrachten vaak op als werkgever. Voor de meeste uitzendkrachten betekent ziekte namelijk het einde van hun contract en komen zo onder de hoede van de verstrekker van onder meer ZW- en WAO-uitkeringen terecht.