Consument

Forum als symptoom van een veranderde samenleving

Een ouderling van een Zeeuwse gereformeerde gemeente, een huismoeder uit de Achterhoek, een vrijgemaakte jongen uit Kampen. Op internetfora discussiëren ze op gelijke voet over allerhande onderwerpen. Vroeger was het ondenkbaar, maar in de huidige samenleving is het allemaal mogelijk. Misschien wel onver­mijdelijk.

Neline Floor

19 May 2012 10:28Gewijzigd op 14 November 2020 21:10
Foto RD, Henk Visscher
Foto RD, Henk Visscher

Tien jaar geleden werd het plotseling hip. Overal op internet ontstonden fora, online­ontmoetingsplaatsen waar mensen onder een pseudoniem met elkaar konden discussiëren. Na een aantal fusies en scheuringen kent reformatorisch Nederland vier fora: Refoforum, Rehobothforum, het forum van RefoWeb en Gereformeerd Gezind. Of ze over tien jaar allemaal nog bestaan? Wie zal het zeggen? Duidelijk is in ieder geval dat het forum deel uitmaakt van een grotere ontwikkeling.

Dr. Jan van der Stoep heeft zich voor zijn lectoraat aan de Christelijke Hogeschool Ede verdiept in sociale media. „Daarbij heb ik me niet specifiek beziggehouden met fora, maar meer met Twitter en Facebook. Forum­sites bestaat al wat langer; je zou ze samen met weblogs kunnen zien als voorlopers van de sociale media.”

Van der Stoep vermoedt dat fora het op een gegeven moment zullen moeten afleggen tegen de nieuwe sociale media. „Het forum lijkt toch een beetje over zijn hoogtepunt heen.” Toch vindt hij het niet vreemd dat Erdee Media Groep dit jaar Refoforum heeft overgenomen. „Elk medium heeft een specifieke doelgroep. Ik kan me voorstellen dat een forum goed past bij mensen uit reformatorische kringen. Twitter is individualistisch, maar een forum functioneert juist goed binnen hechtere gemeenschappen.”

Diepgang

Marianne Veldhuijzen-Wieman (49) uit Bodegraven, moderator op het forum van Gereformeerd Gezind, is vrijwel sinds het begin in 2005 actief lid. Ze ervaart de discussies nog steeds als heel waardevol. „Mensen die een antwoord geven op een forum, denken daar vaak eerst over na of zoeken een Bijbelgedeelte op om hun standpunt te verduidelijken. Dat heb je niet zo snel als je op een verjaardag over een serieus onderwerp praat.”

Op het forum is veel diepgang te vinden, stelt Bas Keijzer, moderator van Refoforum. Toch ziet hij de laatste tijd wel een ontwikkeling naar minder gedegen reacties. „Eerder gebeurde het regelmatig dat mensen hele boeken van Brakel uitplozen om daar argumenten uit te halen. Ik heb het gevoel dat discussies nu toch wat opper­vlakkiger zijn.” Dat heeft volgens hem alles te maken met de opkomst van Facebook en andere sociale media, waarop veel forumleden ook actief zijn. „Reacties zijn daar veel vluchtiger, en dat heeft ook invloed op het gedrag van mensen op het forum.”

Toch is het niet per definitie zo dat Refoforum zijn beste tijd heeft gehad, denkt Keijzer. „Je ziet ook op het forum een golfbeweging. Als er in de gezindte een heikele kwestie speelt, kan er zo weer een nieuwe discussie oplaaien waarvoor mensen de stof in moeten duiken. Dat zag je bijvoorbeeld toen de Herziene Statenvertaling uitkwam. Daar werden heel goede discussies over gevoerd.”

Keijzer modereert vooral de theologische en kerkelijke onderwerpen. Die taak kost hem gemiddeld een halfuur per dag. Dat is wel aardig veel tijd, erkent Keijzer. „Het probleem is dat het moeilijk is om een vervanger te vinden. Het team moet qua kerkelijke achtergrond ook een afspiegeling zijn van de forumgebruikers. Vooral aan de rechterflank is het niet makkelijk om mensen te vinden die deze taak op zich willen nemen.”

Toch ziet hij het modereren niet als een zware last. „Het geeft ook wel plezier. En je leert ervan, bijvoorbeeld over verschillende visies op het verbond. Maar ook de gesprekken over de Herziene Statenvertaling en over schepping en evolutie waren heel leerzaam. Dan kan het forum helpen om alle argumenten op een rijtje te krijgen.”

„Het forum is er in de eerste plaats op gericht om mensen geestelijke bagage mee te geven”, stelt een moderator van het Rehobothforum die liever niet met zijn naam in de krant wil. „We vernemen dat ook uit reacties; mensen krijgen geestelijk voedsel uit de gesprekken die op het forum gevoerd worden. Dat geeft ons als moderatorteam ook de drive om verder te gaan.

Het grote voordeel van een forum is dat je je niet bekend hoeft te maken met je echte naam en woonplaats”, vindt hij. „Dat biedt mensen veiligheid, zodat ze ook over persoonlijke dingen met elkaar van gedachten kunnen wisselen.”

„Ik vind die anonimiteit zelf niet zo belangrijk”, zegt Veldhuijzen. „Iemand die een poosje meeleest, kan vrij gemakkelijk mijn gegevens afleiden. Toch gebruik ik een nickname en staat mijn woonplaats niet in mijn profiel. Dat is omdat ik niet wil dat iemand die zomaar even langssurft mij meteen vindt en mijn berichten leest. Dat vind ik dan toch weer een beetje onvrij.”

Wie langer op een forum zit, blijft vaak toch niet helemaal anoniem, weet Keijzer uit ervaring. „Wij hebben vrienden die we via het forum kennen. Je komt elkaar tegen op een forum en ontmoet elkaar dan op een meeting. Als het dan klikt, kun je ook andere dingen met elkaar afspreken. Op Refoforum hebben we een kern van zo’n tachtig actieve leden. De meesten vinden het niet zo erg als anderen weten wie ze zijn. Een aantal van hen wil echt anoniem blijven, bijvoorbeeld omdat ze predikant zijn of een belangrijke plaats in kerk of maatschappij innemen.”

Netwerksamenleving

Dat ook predikanten en kerkenraadsleden deelnemen aan discussies op internetfora, laat zien hoe de maatschappij is veranderd, aldus Van der Stoep. „Fora zijn samen met weblogs en sociale media als Twitter en Facebook onderdeel van een bredere beweging. Het zijn allemaal stapjes in een grote ontwikkeling naar een netwerksamenleving, waarin op een nieuwe manier met informatie wordt omgegaan. Vroeger waren de media veel meer eenrichtingsverkeer; er was een boodschap voor het grote publiek. Nu is het meer een dialoog geworden waarbij mensen op elkaar reageren. Dat is precies wat je op een forum ziet gebeuren.”

De preek is volgens Van der Stoep bijvoorbeeld „echt een massamedium. Dat past eigenlijk niet goed in deze samen­leving. Daar moet je als kerk wel over nadenken.” Betekent dit dat de preek dan maar afgeschaft worden? Van der Stoep lacht. „Nee, alsjeblieft niet. Je kunt ook aansluiten op de tijdgeest door er dwars tegen in te gaan. De preek is een mooie vorm, juist in een tijd waarin mensen overal informatie vandaan kunnen halen. Het is goed om mensen dan stil te zetten en met elkaar nauwkeurig te kijken wat de Bijbel zegt en wat dat ons te zeggen heeft.”

Predikanten, maar ook docenten en andere leidinggevenden, moeten wel beseffen dat gezag in een netwerksamenleving veel minder vanzelfsprekend is, benadrukt Van der Stoep. „Maar dat heeft ook mooie kanten: je wordt gedwongen om authentiek te zijn. En predikanten kunnen sociale media bijvoorbeeld ook goed gebruiken om te zien wat er onder de mensen leeft.”

Grasduinen

Dat is ook de reden voor drs. José Baars-Blom om reformatorische forumsites te bezoeken. Ze doet al jaren onderzoek naar de leefwereld van reformatorische jongeren en leest regelmatig mee met discussies, vooral op RefoWeb. „Ik ben niet dagelijks aan het monitoren. Dat is volstrekt ondoenlijk. Maar als je wilt weten hoe er gedacht wordt over een bepaald onderwerp is een forum handig middel. Je kunt er heerlijk grasduinen. Ik heb ooit geschreven over het behoud van maagdelijkheid tot in het huwelijk. Daar kun je dan van alles over vinden op fora.”

Baars komt tijdens haar onderzoek veel mensen tegen die in het verleden actief zijn geweest op een reformatorisch forum. „Vooral mensen tussen de 20 en de 30 hebben vaak wel iets gedaan met RefoWeb. Bij jongeren van nu hoor je dat veel minder. Die zijn vaak actief op Hyves en MSN en stromen daarna door naar Facebook.”

Toch tellen de verschillende fora nog steeds veel leden. Baars kan het zich goed voorstellen. „Je bent fijn als bevindelijk gereformeerden onder elkaar en bespreekt je eigen thema’s. In mijn onderzoek vertellen jongvolwassenen dat zij bijvoorbeeld bij RefoWeb hebben geëxperimenteerd met het verkondigen van verschillende meningen. Als iemand een heel orthodox standpunt innam, gingen zij aan de andere kant hangen om te kijken wat er gebeurde. Je kunt op die manier op een veilige manier je positie leren bepalen. Thuis aan de keukentafel is er niet altijd de ruimte om twijfels uit te spreken of een moeilijke vraag te stellen, en ook op jeugdvereniging voelen jongeren vaak schroom. Op een forum kan het allemaal.”

Keijzer herkent dat experimenteren met meningen wel van Refoforum. „Mensen nemen op een forum soms extremere standpunten innemen dan in het echte leven, soms gewoon om reacties uit te lokken. Er zijn natuurlijk ook mensen die echt een on-Bijbelse visie hebben. Dan moet je soms besluiten om mensen te blokkeren. Dat gebeurt bij ons zo’n drie à vier keer per jaar. Het forum is bedoeld voor de rechterflank van de gezindte. Daarom moeten we de regels wel strak houden. Anders krijg je snel allerlei wind van leer.”

Refoforum kiest er daarom soms voor om bepaalde onderwerpen tijdelijk te weren. „De discussie over de kinderdoop zorgde bij sommige mensen bijvoorbeeld echt voor verwarring. Dan schiet het zijn doel voorbij. Dat onderwerp hebben we daarom een poosje niet toegestaan.”

Het blijft soms lastig te bepalen wat er precies wel en niet mag. „Wanneer gaat iemand over de schreef? Daar overleggen we als moderators vaak over”, zegt Veldhuijzen van Gereformeerd Gezind. Het meeste werk zit in het bijhouden van informatieve topics, bijvoorbeeld over beroepingswerk, vertelt ze. „Het is niet de bedoeling dat mensen daar hele discussies beginnen, maar dat gebeurt toch snel. En een enkele keer valt iemand een ander persoonlijk aan, maar dat gebeurt gelukkig niet vaak.”

Breder kijken

Baars ontdekte dat de forum­gesprekken ervoor kunnen zorgen dat mensen van hun wortels vervreemden. „Het doel van de reformatorische fora is dat mensen door de discussies sterker in hun schoenen zouden komen te staan. Maar door dat experimenteren met meningen zijn er in het verleden ook wel mensen afgedwaald van de orthodoxe standpunten.”

Sommigen zijn op een gegeven moment breder gaan kijken, weet de onderzoekster. „Dat zijn vaak mensen die al veel met de moderators te maken hebben gehad of op een gegeven moment zijn geblokkeerd. Zo is bijvoorbeeld ook Postrok ontstaan, een forum voor mensen met reformatorische roots die veel discussiëren over kunst en cultuur.”

Baars weet ook van reformatorische jongeren die actief zijn op het forum van Credible, een christelijke jongerensite waar rooms-katholieken en protestanten uit Nederland en België elkaar ontmoeten. „Veel breder dus dan de reformatorische fora. Bij het modereerbeleid zijn niet de Drie Formulieren van Enigheid, maar de Twaalf Artikelen het uitgangspunt.”

Dat geeft volgens Baars aan dat ook reformatorische jongeren zich tegenwoordig veel minder begrensd voelen. „Ze bewegen zich gemakkelijk buiten hun zuil. Je ziet dat ze ook rustig uit interesse naar de website van Heart Cry gaan, terwijl dat echt niet typisch reformatorisch is.”

Hoe het zich allemaal zal ontwikkelen, is volgens Baars moeilijk te voorspellen. „Voor mij is internet nog een middel om informatie te vinden, jongeren gebruiken het steeds meer voor sociale contacten. Dat hoeft geen probleem te zijn. Internet zelf is niet slecht, het gevaar is vooral dat je er als mens verkeerd mee omgaat doordat je de verkeerde keuzes maakt. Maar dat geldt voor alle dingen. Je kunt ook helemaal opgaan in je postzegelverzameling.”

Dit is het slot van een tweeluik over reformatorische forumsites.


Internetpastoraat

Wie loopt met levensvragen kan tegenwoordig ook terecht op internet. RefoWeb heeft een groot discussie­forum, maar de vragenrubriek is het meest bezochte gedeelte van de site. In het archief zijn duizenden vragen terug te vinden over onderwerpen zoals geloofszekerheid, seksualiteit, opvoeding en dogmatiek, allemaal beantwoord door psychologen, docenten, huisartsen of predikanten uit de gereformeerde gezindte. Het aantal vragen groeit nog elke dag.

Dat mensen via websites antwoorden proberen te vinden op vragen, vindt panellid ds. W. Pieters niet verkeerd. „Het ideaal was vanouds dat de eigen predikant de vraagbaak was voor zijn gemeenteleden. Of dat altijd beter was, weet ik niet. Soms heeft een dominee ergens geen verstand van of hebben mensen vragen die ze liever anoniem stellen.”

De predikant van de hersteld hervormde gemeente van Garderen is zelf sinds jaren actief op internet. De ontmoeting en het gesprek op internet zijn volgens hem nadrukkelijk bedoeld als aanvulling op het gemeenteleven. „Het mag niet zo zijn dat we degenen die zondag naast ons in de kerkbank zitten niet meer kennen. Het pastoraat moet persoonlijk blijven.”

De gemeenschap der heiligen is in principe pas mogelijk als je iemand kent, denkt ds. Pieters. „Maar het blijkt dat de Heere daar ook iets van wil geven over grenzen heen. Zo kun je je verbonden voelen met vervolgde christenen in Korea, of met Watchman Nee als je een van zijn boeken leest, ook al heb je hem zelf nooit ontmoet. Waarom zou dat op internet niet kunnen?”

Ds. Pieters heeft net als een aantal andere predikanten een eigen pagina op RefoWeb waarop onder andere overdenkingen en studiematerialen te vinden zijn. Het is volgens hem niet nodig dat mensen voor geestelijk voedsel alleen maar naar hun eigen gemeente gaan. „Neem nu Wilhelmus à Brakel. Die wilde graag na zijn dood gelezen worden, schreef hij in zijn voorwoord. En inderdaad zijn er nog steeds mensen die van hem leren. Zijn boeken zijn nu zelfs in het Chinees vertaald.”

Brakel schreef dikke boeken, maar op internet zijn de reacties vaak korter, misschien ook minder doordacht dan het werk van de nadere reformator. Maar volgens ds. Pieters is dat niet zozeer een probleem van internet als reacties diepgang missen. „Dat ligt aan jezelf”, zegt hij resoluut. „Je hebt het zelf in de hand.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer